The days without subtitles, vol. 2

10 juni 2018 - Matapalo, Costa Rica

Weten jullie nog mijn Mongoolse avontuur, toen ik vier weken lang bij een nomadenfamilie woonde die geen Engels sprak en dat ik meer dan de helft van de tijd geen idee had wat er gebeurde?
Nou, hier in Bahia de los Piratas is het min of meer hetzelfde.

Zondagochtend nam ik afscheid van mijn host family in Sámara en brachten drie propvolle lokale bussen mij naar Matapalo, waar een taxi mij opwachtte. Over een hobbelige weg kwamen we uiteindelijk aan bij een prachtig strand – en vervolgens reden we over een steile weg naar een klein huisje achter een aantal vakantiebungalows. Dat was Casa Tortuga, waar de biologen en vrijwilligers wonen die deelnemen aan dit schildpaddenconservatieproject. Klein maar fijn, met een grote dorm voor de vrijwilligers en buiten de keuken en een zitgedeelte.
Op de weg erheen was ik best zenuwachtig en dacht ik nog: “Wat is het ergste dat er kan gebeuren?” Ik had meteen antwoorden klaar: “Ik kan de enige zijn, alle vrijwilligers zijn vet oud of het zijn allemaal Duitsers die geen Engels spreken.”
Ik bleek de enige, de enige vrijwilliger bedoel ik. Naast mij zijn er nog de Mexicaanse biologiestudenten Nidia en Paola (die hier een jaar onderzoek doen), de hoofdbioloog Randall (een beetje een vreemde vogel die de eerste dag heel aardig was en zich daarna afzonderde en geen woord meer zei) en de kokkin Maricella (met een verschrikkelijk schrille lach). Dan zijn er nog twee families die in de buurt wonen en af en toe langskomen met hun honden en kinderen.
Ze zijn allemaal ontzettend lief en geïnteresseerd, maar ze spreken echt alleen maar Spaans (m.u.v. het gebroken Engels van Paola). Mijn Spaans is inmiddels goed genoeg om standaardvragen te begrijpen en antwoord te geven, maar wanneer ze gesprekken met elkaar voeren in een rap tempo kan ik er amper iets van volgen.
Gelukkig weet ik van Mongolië nog: alles went. Daardoor kwam ik de eerste week met redelijk gemak door. The days without subtitles vol. 2 begon overigens vrij letterlijk met een film op zondag in een naburig huis: Transformers, Spaans nagesynchroniseerd, zonder Engelse ondertiteling. Iets met auto’s die in robots veranderen, geloof ik.

De dagen zijn vol maar toch best rustig. Het ontbijt is om 8:30 met pannenkoeken voor mij en rijst, bonen en roerei voor de rest (ik ben nu al helemaal klaar met rijst). Daarna is er vaak een activiteit: het bezoeken van de verschillende stranden om schildpadsporen (rastros) te zoeken en afval op te ruimen, het opknappen van de waarschuwingsborden (die mensen vertellen dat dit een broedgebied voor schildpadden is) en het verven van plastic flessen om als afvalbakken te dienen voor sigarettenpeuken. Als we naar het strand gaan is er altijd tijd om te zwemmen.
De lunch om 12:30 is meestal pasta met iets, zoal gehakt, wortels, kip, aardappels of tomaat. Ja, pasta met aardappels. De middagen zijn vaak vrij: genoeg tijd om te lezen, schrijven, puzzelen en armbandjes te maken (want ja, die oude hobby uit Mongolië heb ik hier ook weer opgepikt). Als het mooi weer is gaan we aan het eind van de middag naar het strand voor een zonsondergang en een enkele keer een mojito.
Avondeten is meestal rijst, bonen, bieten-/koolsalade en een hamburger of stukje vis. Wel opletten dat er geen motten of kevers in je eten vliegen, want als het donker is komen die tevoorschijn (gelukkig eten de honden ze soms op). Om 20:00 is het tijd voor de avondpatrouille: twee à drie uur in het donker wandelen op het strand, op zoek naar rastros (die er uitzien als een autoband) en de bijbehorende schildpadden.

De stranden hier zijn prachtig. Bahia de los Piratas (Pirate Bay, inderdaad) is een verzameling van een aantal stranden, zoals Playa Real, Playa Nombre de Jésus, Playa Honda en Playa Minas. Playa Real is het meest toeristisch, omdat er een bungalowresort aan ligt, maar er blijven ontzettend weinig mensen. De andere stranden zijn alleen te bereiken met een flinke boswandeling of geklauter over rotsen, waardoor daar niemand anders komt dan wij (en een paar vissers)
De zand is variërend van beige tot roze, het water is turquoise en op sommige plekken helder (op andere plekken minder vanwege de hoge golven), de bossen naast het strand zijn diepgroen en de rotsen zijn roodbruin. Er zijn overal heremietkreeften en krabbetjes, in de bossen zitten apen en eekhoorns en we hebben zelfs een armadillo en een groepje roggen gezien!

De patrouilles ’s avonds zijn iets waar je aan moet wennen. We hebben allemaal een zaklamp met wit en rood licht: het witte licht gebruiken we om van het huis naar het strand te komen (als we naar Honda of Nombre de Jésus gaan is dan een flink halfuur lopen), maar op het strand gaat het licht uit. Wat betekent dat je in het pikkedonker (soms geholpen door de sterren, maar het was ook vaak bewolkt) over een strand moet lopen en de oprukkende golven, boomtakken en losse stenen moet ontwijken. Meestal lopen we het hele strand af, wachten 15-25 minuten en lopen dan weer terug, op zoek naar rastros en schildpadden. Als er sterren zijn is dat wachten geen enkel probleem; zonder sterren vallen we meestal in slaap.
Veel schildpadden hebben we nog niet gezien: alleen op maandag en op zaterdag hadden we geluk. De schildpad komt aan land en gaat ofwel direct terug (false crawl) ofwel besluit om haar eieren te leggen. Ze maakt dan een soortement bed voor zichzelf (een cama) en begint met haar achterflippers – die ze kan ombuigen tot een soort schepjes – een diep gat te graven. Dat hele proces duurt een uur en is ontzettend saai, maar ook ontzettend fascinerend. Ondertussen wachten wij in het donker op een paar meter afstand. Wanneer het gat is gegraven gaat ze haar eieren leggen en dan komen wij in actie (met het rode licht op de zaklamp!).
Op maandag was ik Chef Eieren: ik lag achter de schildpad in het zand om de eieren uit het gat te halen en in een plastic zak te leggen. Dat zijn er meestal een stuk of 60-70 en lijken verdacht veel op pingpongballen. Als de schildpad klaar is met het leggen en haar (lege) nest bedekt, graven wij een gat op een andere plek om de eieren weer te begraven. Waarom? Tegen stropers en hongerige dieren, die de cama herkennen en weten dat er eieren moeten liggen.
Op zaterdag was ik Chef Getallen: terwijl de schildpad haar eieren legt meten we haar schild op, noteren haar tagnummer en beschrijven we de locatie. Vervolgens meten we de locatie van het nieuwe nest zodat we die over een maand weer terug kunnen vinden.

Op maandag deden we nog iets bijzonders, naast het patrouilleren en schilderen: het opgraven van nesten die anderhalve maand geleden waren gelegd. Naast heel interessant was dit ook heel zielig, want vrijwel alle eieren waren dood. De biologen wisten niet precies hoe dat kwam, maar het zou te maken kunnen hebben met de sterke vloed: te veel zout water of te veel zand, waardoor de eieren niet goed kunnen ontwikkelen. Het eerste nest was helemaal dood, maar in het tweede nest vonden we vier levende schildpadjes. Terwijl de anderen de eieren verder opgroeven paste ik op de vier baby'tjes, die ik vervolgens vrij mocht laten in de zee. Ontzettend schattig, natuurlijk.

Al met al was het een erg interessante en leuke week, hoewel het vrij frustrerend en eenzaam is om niet alles te kunnen volgen en niet mee te kunnen doen aan de gesprekken. Nidia en Paola doen hun uiterste best mij uit te horen over Nederland en mijn studie, maar ze praten zo snel en veel met elkaar dat het niet echt te volgen is. Maar gelukkig heb je voor sommige ervaringen (de roggen die we zagen spelen in de branding, de babyschildpadjes die probeerden te ontsnappen, een enorme golf die mij met zonnebril en al opslokte, de blauwe verf op mijn benen die er twee dagen lang op bleef zitten) geen woorden nodig.

Oh – en er is inmiddels een nieuwe vrijwilliger aangekomen: een Duits meisje!
En vanavond gaan we weer film kijken – in het Engels met Spaanse ondertiteling.
De dagen zonder ondertiteling zijn officieel voorbij.

2 Reacties

  1. Ina:
    10 juni 2018
    Je zei het nog: “het gaat altijd anders dan je denkt...” En dan uit je eenzaamheid verlost worden door een Duitse!
  2. Tanja:
    21 juli 2018
    Dat klinkt als een pittige periode, als je met weinig communicatiemogelijkheden zit.
    Het schildpaddenverhaal is wel bijzonder: dat de eieren op een andere plek worden verstopt tegen rovers.