The days in friendly chaos

20 juni 2022 - Guayaquil, Ecuador

Volgens alle verhalen die ik over Guayaquil had gehoord kon je deze stad maar beter overslaan; zelfs de Lonely Planet had het eigenlijk alleen over de chique restaurants waar je goed kon eten, en verder zou er niets te beleven zijn. Dat zou balen zijn, als ik hier drie dagen zou moeten verblijven – maar uiteindelijk viel het alles mee. Het is een sfeervolle chaos, deze stad.

Na mijn avontuurlijke trip van Cuenca naar Guayaquil was ik blij dat ik eindelijk in mijn hostel was. Wel weer even wennen: mijn hostel in Cuenca was een redelijk chique ‘boetiekhostel’ met fancy eenpersoons boxsprings en fluwelen meubilair, en dit hostel in Guayaquil was een simpel maar sfeervol tropisch hostel met een binnenplaats met zwembad, organisch voedsel, en ruisende ventilatoren in de simpele zevenpersoonsslaapzaal met houten stapelbedden. Het was er op de dag dat ik aankwam best druk, maar met de dag werd het rustiger; gelukkig waren er genoeg Ecuadoriaanse en Colombiaanse vrijwilligers in het hostel aan het werk om de sfeer erin te houden, en was er een Duits meisje (Kathy) dat ook de rest van de week bleef. Oh en vergeet de schattige kitten niet, die dag en nacht over de binnenplaats ronddartelde en die je goed kon vermaken met teenslippers en dorre boomblaadjes.

Op vrijdagochtend sloten Kathy en ik ons aan bij de Free Walking Tour van het hostel; we waren de enigen. De gids was een vrolijke en jonge local, die ons ophaalde bij het hostel en meenam in de bus naar het centrum toe. Guayaquil is een ontzettend chaotische stad, druk met mensen en verkeer, maar juist door die chaos heeft de stad iets charmants en authentieks (maar kan ik me ook voorstellen dat het er ’s avonds geen pretje is). Onze gids liet ons een befaamd park zien dat tjokvol zit met iguana ’s en het lokale Malieveld waar we het begin zagen van de zoveelste inheemse demonstratie (al bleken dit later communisten te zijn – die zitten ook overal). Daarna liepen we langs de belangrijkste overheids- en bankgebouwen van de stad. Onze gids vertelde dat Guayaquil een erg nieuwe stad is en dat de meeste gebouwen stammen uit de jaren ’60 of later. Alle Spaanse invloeden zijn weggehaald – en zijn vervangen door Franse, Italiaanse, en Griekse gebouwen, want het bankgebouw leek op een Griekse tempel en het shopping centre was duidelijk geïnspireerd op de Galleria Vittorio Emanuele uit Milaan. Onze volgende stop was de Malecon 2000 (gebouwd in, je raadt het al, 2000), een groenstrook langs het water, met monumenten, ijskraampjes, en Julianatoren-achtige attracties voor het grut. Eén van de interessante monumenten was het beeld van Simon Bolívar en José de San Martín, een beeld dat in het verleden veel ophef had veroorzaakt. Eerst omdat het originele beeld op ware grote was, waarbij San Martín 190 cm was en Simon Bolivar 160 cm, hetgeen men achteraf toch best beledigend vond. En later omdat het, blijkbaar, toen pas opviel dat het twee mannen waren die wel erg dicht bij elkaar stonden en men het wel erg homoseksueel vond.
Aan het eind van de Malecon eindigde ook onze tour, maar niet voordat we gedrieën hadden geluncht bij een lokaal tentje met de befaamde lokale maaltijd encebollado (een vissoep die oprecht heel lekker was). Kathy en ik wilden teruglopen naar het hostel (een uur lopen), wat onze gids raar vond maar wel goedkeurde. We liepen langs de hoofdweg de stad uit, een brug over, en een park in, waar een pad lag dat ons naar de wijk van het hostel leidde. Een anti-crime methode in de stad is het omheinen van parken met maar één of twee (bewaakte) ingangen, zodat het park beter te controleren is. Werkt goed en geeft ook zeker een gevoel van veiligheid.
We waren rond een uur of 16:00 terug en spendeerden de rest van de middag met zwemmen en chillen in de hangmatten.

Op zaterdag draaiden we het programma om: ’s ochtends deden we niets meer dan lezen in de hangmatten, behalve een rondje lopen (langs een gigantisch, gemozaïekt beeld van een iguana) om koffie te halen bij de lokale Starbucks (Sweet & Coffee). Pas om 15:00 gingen we naar de stad, via de weg door het park die we gisteren ook gelopen hadden. We liepen tot de ingang van ons doel: de kabelbaan van Guayaquil (Aerovia). Eigenlijk is het helemaal geen toeristische attractie, maar een (blijkbaar typisch Zuid-Amerikaanse) openbaar vervoersmiddel om mensen makkelijk van A naar B te brengen. De kabelbaan heeft drie stations in de stad zelf en eentje aan de overkant van het water in een ander dorp, en het is een erg leuke manier om de stad van bovenaf te zien voor slechts $1.40 per persoon. De rit over de stad en water en weer terug duurde ongeveer driekwartier. Daarna liepen we vanaf het beginstation naar de Malecon, een route door een soortement volksbuurt; waarschijnlijk een niet al te beste buurt, maar het zag er erg interessant en authentiek uit, met jongens die aan het volleyballen waren op straat (inclusief net) en een vrouw die in een leunstoel buiten zat, met haar manshoge koelkast naast zit. Vanaf de Malecon liepen we naar de aangrenzende wijk Las Peñas, vanwaar we de 431 treden beklommen naar het uitzichtpunt Santa Ana. Het uitzichtpunt hadden we aangeraden gekregen in het hostel, maar de wijk was minstens zo leuk; een Caribisch-aandoende wijk met verschillend gekleurde huizen, piepkleine cafeetjes, luide latinomuziek op elke straat, katten her en der, spelende kinderen op blote voeten, en bingo-spelende bejaarden. Het uitzicht was mooi (de lucht echter grijs) en we besloten om een drankje te drinken in één van de minuscule cafeetjes. Veel keus hadden ze niet, dus het werden twee (vrij sterke) mojito’s. Daarna aten we nog een burrito in een ander piepklein cafeetje (met verrassend lekker nepvlees gemaakt van quinoa en bonen), om alvorens aan de Malecon een Uber terug naar het hostel te nemen.

Op zondag deden we niets. Of nou ja, ‘niets’: om 9:00 sloten we ons – wederom slechts met z’n tweeën – aan bij de yogales van het hostel, wat een lekkere work-out was na al dat gewandel en geslenter. Daarna doken we in het zwembad en gingen we koffie halen bij ons stamcafé. De rest van de middag luierden we in de hangmatten met een boekje en een muziekje. En pas toen het donker werd gingen we weer het hostel uit om ergens eten te halen. De plaats waar we heen gingen wisten we al, want daar waren we op onze wandeling de dag ervoor al langslopen: een hilarisch over de top Italiaans restaurant, waar ze in de Verenigde Staten jaloers op zouden zijn. Het exterieur was de bogengalerij van het Dogenpaleis, maar er was ook een mini-Trevifontein en natuurlijk de toren van Pisa. Oh, en vergeet de ronddraaiende verlichte gondola op het dak niet. Het interieur was minstens zo hilarisch: obers verkleed als gondeliers, fresco-behang en talloze schilderijen van Venetië, neppe druiventrossen en flessen wijn tegen de muren geplakt, Ferrarilogo’s waar je maar kijken kon, operetteversies van popnummers op de radio, een nepvijver met nepkrokodillen, en – last but certainly not least – een aquariumplafon met vissen. Geeft ‘he sleeps with the fishes’ opeens een veel leukere betekenis. De wijn was duur en de ravioli prima, maar we kwamen er vooral voor de sfeer. Een goede afsluiter van een paar prima dagen Guayaquil.

2 Reacties

  1. Ina:
    20 juni 2022
    Nou, dit zou je anders zomaar gemist hebben! En mooi hoe je zo casual de Galleria even herkent 😂
  2. Otto:
    25 juni 2022
    Als de oom van Maud heb ik jullie reis door Australie en NZ gevolgd. Maud vertelde dat jenu in Zuid Amerika zitJe schrijft ook nu weer een prachtig verhaal dat ik kan meebeleven. Des te meer omdat ik ook in Ecuador ben geweest op een botanische reis naar de páramo, boven de boomgrens. Ik heb nu heet latste deel en deel 1 gelezen, de rest volgt Veel plezier op je reis verder
    Otto