The days of culture, camping and captivating cats

13 oktober 2019 - Windhoek, Namibië

In Swakopmund hadden we één dag helemaal vrij, die we naar hartenlust konden invullen met de vele activiteiten die in het bewolkte en winderige kustdorp te doen zijn, zoals quadbiken, sandboarden, skydiven en andere gekkigheden die niet echt voor mij zijn weggelegd. Wat wél voor mij was weggelegd was een halve-dagtocht langs de Skeleton Coast (Geraamtekust). Onder leiding van de Amerikaanse gids Jay gingen we met een select groepje (i.e. vijf meiden) de kustlijn van Swakopmund verkennen, een bijzonder ecosysteem van voornamelijk zand, steen en zoutvlaktes met de woeste grijsblauwe zee ernaast. Vanwege bepaalde luchtstromen en hogedrukgebieden die ik nu alweer vergeten ben hangt er een permanente dichte bewolking boven het gebied, maar regent het er vrijwel nooit. We bezochten wat highlights van kust, zoals een scheepswrak in de branding en een zeehondenkolonie van maar liefst 200.000 pelsrobben (inclusief gejank van baby’s, geschreeuw van moeder, gebrul van vaders en de heerlijke stank van rottende vis) waar we ons vrij letterlijk een weg doorheen moesten banen.
Aan het eind van de middag werd ik met een ander select groepje opgehaald voor een sunset horse ride door het zogenaamde maanlandschap. De ranch werd gerund door een Duitse dame met gelijke Duitse precisie, dus bij aankomst werden we direct opgewacht met een inschrijflijst en helmen en kregen we onmiddellijk een al gezadeld paard mee gebaseerd op ons stotterende beschrijving van onze paardrijdervaring. Ik kreeg Samson toegewezen, het liefst paard ooit en het eerste paard dat een beetje luisterde. In een mooie karavaan reden we door het maanlandschap, dat eruit zag als grijze en versteende duinen, terwijl de zon omringd door roze wolken onderging.

De volgende dag verlieten we Swakopmund pas na de lunch, dus was er nog genoeg tijd om van koffie, taart en wifi te genieten. De rit naar onze volgende bestemming, Spitzkoppe, was slechts een uur of vier. De omgeving was volledig plat, maar Spitzkoppe zelf is een ‘granieten eilandbergketen’ die plotseling uit het landschap opduikt. We kampeerden in de bergketen, omringd door de grote granieten rotsen, en sliepen - zonder tent - bovenop één van de rotsen om te kunnen genieten van de mooie sterrenhemel (die pas vanaf 4:30 goed zichtbaar was door de stralende maan die de lucht tot dan domineerde).

We lieten Spitzkoppe achter ons en reden de volgende dag naar Damaraland voor een stukje cultuur. De weg was – natuurlijk – lang, maar we passeerden een paar marktjes waar vrouwen van verschillende stammen hun waren (zogenaamd handgemaakt) verkochten. Er waren dames van de himba tribe, met ontblote borsten, dikke kralenkettingen en haren ingesmeerd met rode oker, en van de herero tribe, met felgekleurde jurken en grote, platte hoofddeksels. Interessant om te zien, maar het is onduidelijk waar de lijn tussen hunkering naar authenticiteit en hunkering naar geld voor foto’s ligt. ’s Middags bezochten we het Damara Living Museum, waar de heren en dames van de damara tribe lieten zien hoe zij (vroeger) leefden, zoals het gebruik van medicinale planten en de fabricatie van kleding (gedroogde geitenhuiden), wapens en sieraden (gemaakt van onder andere struisvogelei en stekelvarkenstekels), plus een zang- en dansspektakel. Maar het meest interessante waren eigenlijk wel de daadwerkelijke top hats van de mannen gemaakt van geitenvacht en vogelveren. Na het museum bezochten we ook nog de prehistorische rotstekeningen (beter gezegd, kervingen) van Twyfelfontein, want UNESCO erfgoed. Niet heel spectaculair, maar wel bijzonder om te zien hoe minimalistisch een dier getekend kan worden en dan toch nog herkenbaar kan zijn (e.g. een kegelvormige boog die direct lijkt op een zeehond).

Op woensdag reden we naar Etosha National Park, maar we ’s middags aankwamen en doorheen moesten rijden naar onze camping. Ondanks dat onze lando niet bepaald wendbaar was en veel lawaai veroorzaakte, zagen we toch veel dieren: de gebruikelijke antilopen, giraffen en zebra’s, maar ook twee neushoorns (zowel een witte als de bedreigde zwarte), een troep olifanten en twee luierende leeuwen. We koelden af in het zwembad van de camping en spendeerden de avond met een fles wijn bij de natuurlijke drinkplaats achter de camping; de drinkplaats is getransformeerd in een waar theater, met rieten banken en verlichting, waardoor het lijkt alsof je live aflevering van National Geographic aan het kijken bent – al helemaal toen er een grote kudde olifanten verscheen met een baby’tje, met giraffen, zebra's, jakhalzen en hyena's op de achtergrond.

Donderdag brachten we van 7:00 tot 17:00 door in het nationale park. Etosha betekent iets in de trant van ‘grote witte niets’, vanwege de enorme witte zoutpan in het midden van het park, omgeven door de savanne die nu zó droog was dat het niet meer bruin was, maar wit en grijs. Vanwege de droogte zagen we weinig dieren op de savanne zelf, maar wel hopen bij de verschillende waterplaatsen. Denk aan drinkende zebra’s en giraffen, omringd door springbokken, jakhalzen en een verdwaalde neushoorn. Maar het hoogtepunt van de dag waren wel de plusminus 18 leeuwen  (een luierend koppel en twee verschillende families). Zo kwamen er vier leeuwenkindjes drinken bij een waterplaats waarbij ze de omringende springbokken de stuipen op het lijf joegen en begroetten ze hun moeder enthousiast toen die aan kwam rennen; en twee leeuwenkindjes die eerst lekker aan het zonnen waren, maar toen werden afgeleid door de plattegrond die uit een auto was gewaaid en die ze binnen een mum van tijd in stukken hadden gescheurd en trots lieten zien aan hun ouders.

Moe maar voldaan reden we de volgende dag de onmundig lange afstand naar de hoofdstad van Namibië, Windhoek. Bij aankomst bezochten we eerst het initiatief Penduka Village: een soortement werkplaats voor kwetsbare vrouwen, waar ze placemats batikken, zelfgemaakte potten beschilderen, sieraden maken van omgesmolten bierflesjes en tassen in allerlei soorten en maten borduren. We kregen een rondleiding en werden vervolgens gedropt in de souvenirwinkel waar natuurlijk niemand de verleiding kon weerstaan (een handdoek met geborduurde olifanten is natuurlijk ook reuzeschattig).
Dat was dan de laatste gemeenschappelijke activiteit; afgezien van mijzelf en drie anderen gaat de rest van de groep door naar Botswana en iedereen – behalve ik – sliep in hetzelfde hostel. Gelukkig hadden we nog wel een afscheidsdiner met de volledige groep in een hippe biertuin.

Zaterdag was ik alleen in Windhoek. Ik wist niet zo goed wat ik moest doen, maar raakte aan de praat met een Australische jongen, Sam, in het hostel die toevallig naar het winkelcentrum ging omdat hij een nieuwe broek nodig had. Hij had een auto, dus dat kwam mooi uit, want ik weet nog steeds niet helemaal zeker hoe veilig het is om alleen over straat te lopen hier. Samen met Sam deed ik boodschappen en ik hielp hem bij het uitzoeken van een nieuwe trui en broek – en kon de verleiding niet weerstaan zelf ook wat te kopen. Onszelf beloond met koffie en taart, en vervolgens zette hij me af bij het hostel omdat hij die middag al naar Swakopmund ging.
’s Middags boekte ik op de valreep (lees: een halfuur van tevoren) een tour die Cats Unlimited heette. Het was een activiteit bij de Dünsternbrook Guestfarm, een soortement beschermd reservaat dat ook dienst doet als lodge. Ze hebben drie cheetahs en twee luipaarden in bescherming (dan wel gered dan wel daar geboren), met elk zijn eigen kleine reservaat, die ze op specifieke tijden voederen. We reden met drie jeeps het reservaat in; ik had mazzel en zat in de jeep met de hoofdverzorger en zijn bak vol enorme stukken vers, rauw vlees. Een beetje valsspelen om de imposante roofkatten te kunnen zien misschien, maar zo dichtbij kun je ze zelfs in de dierentuin niet zien: het luipaard bleef op een redelijk veilige afstand, maar de twee cheetahs legden zelfs hun poten op de rand van de open jeep om de aandacht van de verzorger te vragen. Bijzonder indrukwekkend om ze van zo dichtbij en toch volledig in actie te kunnen zien. Na de voedering van de dieren stond er ook nog een game drive op het programma door het reservaat; ik was bang dat deze een beetje saai zou worden (voor zover dat kan in Afrika natuurlijk) omdat ik de meest voorkomende dieren in het reservaat (i.e. struisvogel, giraffe, kudu, springbok, impala) al gezien had. Maar niets was minder waar: we zagen maar liefst twee neushoorns, een groep sabelantilopen en een stel nijlpaarden, in een bijzonder mooi reservaat vol bomen en glooiende heuvels.

En nu is het zondag en zit ik in mijn hostel in Windhoek, te wachten op mijn transfer terug naar Swakopmund die over een groot uur vertrekt. Dan is het tijd voor het kerngedeelte van mijn nieuwste avontuur: het Desert Elephant Project (een conservatieproject voor de woestijnolifanten in Damaraland). Twee weken zonder wifi; oef, zou ik dat aankunnen? (meer dan de helft van mijn G-Adventure groepsreis zeker niet).

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

5 Reacties

  1. Ina:
    13 oktober 2019
    Mooie reis geweest, lees ik. Veel plezier met je volgende avontuur! 😘😘
  2. Miranda:
    14 oktober 2019
    Altijd heerlijk om die reisverhalen van jou te lezen. Veel plezier gewenst met de olifanten en ik kijk uit naar het volgende verslag :D
  3. Jolijn, Lia en Elle - team VW Travel Active:
    14 oktober 2019
    Wat een mooie reis tot nu toe Lucinda! En dan begint vandaag inderdaad het Desert Elephant avontuur. Héél veel plezier, en sterkte zo zonder wifi ;)
  4. Oma Klaartje:
    15 oktober 2019
    Met veel plezier reis ik met je mee Lucinda.
  5. Tanja:
    18 oktober 2019
    Wat een mooie reis, Lucinda! Spannend ook. 👍😘