The days of returning home

12 juni 2014 - Amsterdam, Nederland

En nu ben ik alweer thuis. Vorige week was eigenlijk de raarste en meest gevarieerde week ooit: maandag was ik nog paard aan het rijden op de Mongoolse steppe – en zondag zat ik lekker in het zonnetje in mijn eigen tuin. En tussendoor gebeurden er ook nog een hoop dingen in paar dagen die ik er over deed om thuis te komen.

Maandag was mijn laatste dag bij de nomaden. Een fantastische, drukbezette dag vol manden poep slepen, honden knuffelen, kalfjes vangen, volunteers bezoeken, paardrijden, gedroogde poep zoeken, met als enige domper mijn voedselvergiftiging (waar de honden hun voordeel mee deden).

Dinsdag was het weer omgeslagen van zonnig lenteweer naar winderig herfstweer met buien. Zonder iets in mijn gestreste maag werden Cat, Hannah en ik rond 13:30 opgehaald door de driver en met ook Oko en Hannahs vader in de auto zei ik gedag tegen mijn prachtige nomadenhuis en alle lieve geitjes en kalfjes. Oko gaf ik nog een stevige afscheidsknuffel toen we haar afzetten in Altanbulag (waar ze flessen melk ging verkopen). Rond 17:00 kwamen we aan bij het guesthouse. Het guesthouse dat Enkhee voor mij zou boeken (vlakbij het station) was helaas vol, dus deelde ik een kamer met Cat en Hannah in het oude guesthouse (en zou Enkhee een taxi regelen). Na de nodigde paar uurtjes internet en skype gingen we naar ons favoriete restaurant voor thee, bier en een westerse maaltijd.

Woensdag stonden we bijtijds op voor een drukke dag in Ulaanbataar. Eerst ontbijt in onze vaste ontbijtstek Café Amsterdam en daarna gingen Cat en ik naar de supermarkt in de State Department Store om wat etenswaren te kopen: voor haar appels en voor mij een tas voedsel voor in de trein naar Beijing. Haastig door naar het guesthouse om onze aankopen te droppen en meteen door met Hannah en haar ‘ouders’ naar de Black Market. Cat was daar nog nooit geweest, dus die wilde dat graag even zien (en het is natuurlijk wat veiliger in een groep met locals, hoewel de markt op een doordeweekse dag echt niet gevaarlijker is dan de Albert Cuypmarkt) en Hannah wilde graag wat zijde en meer wol kopen. Ik zwichtte bij het stal met leggings van kamelenhaar.
We trakteerden Hannahs ouders op een interessante lunch in een ongetwijfeld lokaal restaurantje op de bovenste verdieping van een soort miniwinkelcentrum met uitzicht op de Black Market. Er stonden lange tafels met doorzichtig plastic tafelkleed, felgekleurde plastic krukjes en plastic borden met voedingswaar waaruit je kon kiezen. Uiteindelijk kregen we alle vijf een bakje witte rijst, kopjes koude groene thee en een grote ‘sharing platter’ vol stukjes kip, bacon, halfgare pannenkoek, taai vlees, omelet en gebakken aardappel – voor omgerekend €2 per persoon.
Om 14:00 hadden we met Enkhee bij de Projects Abroad Office afgesproken. Ik moest mijn eindreviewformulier invullen, Hannah kon internet gebruiken en Cat had lol met de andere volunteers die langzaam binnenstroomden. Want om 14:30 was het tijd voor een Projects Abroad activiteit: cupcakes maken en pizza bakken voor twaalf weeskinderen (ter ere van Children’s Day van een paar dagen terug)! Samen met Hannah, Cat, de Chinees-Canadese Jonathan, de Amerikaans-Koreaanse Joyce, de Deense Alberte, de Italiaanse Laura en natuurlijk de drie supervisors van Projects Abroad die aanwezig waren, maakten we in 2,5u tijd een stel heerlijke cupcakes met chocoladecrème en een pizza met kaas en salami. De supervisors hadden er de volle 100% aandacht voor en wij maar 50%, omdat iedereen met elkaar aan het kletsen was en ervaringen aan het uitwisselen, waardoor we hevige fouten maakten zoals de chocoladecrème met lepeltjes op de cupcakes te smeren i.p.v. met een spuitzak (wat niemand interesseerde, behalve de supervisor die de leiding had over het bakken). Als goedmakertje waren we extra geconcentreerd bij het versieren van de cupcakes met cacaofantasie (‘I think that one needs more sprinkles’, ‘I’m on it!’)
Rond 18:00 kwamen we aan bij het weeshuis, een eindje van de office vandaan. De supervisor gaf de kinderen een presentatie met plaatjes in het Mongools over dat het belangrijk is je eigen droom te volgen en te weten waar je goed in bent en vervolgens schreef iedereen (inclusief de volunteers) een brief aan zichzelf over 10 jaar, over wat je denkt/hoopt dat je geworden bent. Al die brieven gingen in enveloppen en aan een ‘wensboom’ gemaakte van satéprikkers, gekleurde rietjes en crêpepapier.
Daarna was het tijd voor de cupcakes en pizza en rond 19:30 verlieten we het pand. Samen met Cat, Jonathan en Joyce ging ik naar een Noord-Koreaans restaurantje (wat een combinatie bleek te zijn van Mongools, Chinees en Westers eten) en hadden als afsluiting van de dag ‘bubble tea’ in de State Department Store. Dat bleek iets te zijn waar de Noord-Amerikanen dol op waren, maar wat ik nog nooit had gedronken (smaakte naar een soort milkshake met gumballetjes erin).
En daarna voor de allerlaatste keer m’n tas inpakken…

Donderdag ging de wekker al om 5:45. De laatste dingen in m’n tas en afscheid nemen van Cat en Hannah, voor ik in de taxi sprong naar het station. De trein vinden was niet lastig (het was de enige trein), maar de immer vrolijke conductrices (met waarschijnlijk een militaire opleiding) wezen me allemaal een andere kant op bij het vinden van mijn treinstel. Uiteindelijk vond ik mijn treinstel en bed en kreeg ik gezelschap van een Nieuw-Zeelandse van in de veertig (die in Mongolië drie maanden vrijwilligerswerk had gedaan bij het onderhouden van natuur en vogels), en een vijftiger uit Texas (die samen met zijn twee mates in de coupé ernaast bezig was met Trans-Mongolië tour van Moskou tot Beijing). De trein was redelijk vol, maar in onze buurcoupé zaten ook allemaal gezellige buitenlanders (links een viertal zeikende Nederlanders en rechts de twee andere ‘Texanen’ en twee Britse backpackers), dus dat was prima te doen.
De trein vertrok om 7:15 en de rest van de dag besteedde ik voornamelijk aan mijn foto’s uitzoeken schrijven, lezen en muziek luisteren. Deze trein was moderner dan die de andere kant op: we hadden allemaal een schapenwollen deken, een televisie (die niemand gebruikte) en kregen een kopje thee als welkomsdrankje. Dat kartonnen bekertje kon ik goed hergebruiken voor meerdere kopjes thee bij een moderne samovar en het plastic roerstokje kwam goed van pas bij het eten van mijn diner van goedkope Japanse noedels en mijn Koreaanse blikje tonijn.
’s Avonds hadden we goed uitzicht op het wisselen van de wielen, omdat het rond 21:00 gebeurde en niet rond 00:00 zoals op de heenweg. En nadat we alle paspoorten terug hadden gekregen, ging rond middernacht het licht uit.

Vrijdag werd iedereen tussen 8:00 en 9:00 wakker en na opnieuw een paar uur lezen, dutten, muziek luisteren en foto’s maken van het prachtige uitzicht dat veranderd was van de droge Mongoolse steppe in de regenachtige en mistige Chinese bossen en gebergten, kwamen we rond 15:00 in Beijing aan. Samen met de twee Britse buurmeisjes liep ik naar de metro, maar zij moesten helaas de andere kant op voor hun hostel. Voor de rest was het redelijk makkelijk om met de metro naar de halte voor de ‘Airport Express’ te komen en vanuit daar naar het vliegveld zelf.
Beijing Airport is gigantisch en toen ik na de check-in richting de gates liep, liep ik zo in een klein treintje dat ons naar de vertrekhallen bracht. En zelfs vanaf de ‘halte’ was het nog minstens een kwartier lopen naar de gate. Onderweg mijn laatste Yuans goed besteed in de Starbucks.
Na een gezellig gesprekje met een Australische Zuid-Afrikaan bij de gate, konden we om 18:15 boarden en vertrokken we met enige vertraging voor de 4u durende vlucht naar Hong Kong, die zo voorbij vloog dankzij de filmcollectie in het vliegtuig.
En zo kwam ik voor de derde keer aan op Hong Kong Airport. Ik had ruim anderhalf uur voor mijn tweede en laatste vlucht ging, dus kon ik nog even van het internet gebruik maken.

Zaterdag om 00:15 vertrok mijn vlucht naar Amsterdam, ruim 12u lang, waarvan ik het grootste gedeelte sliep. 7:00 lokale tijd kwam ik aan en werd ik onthaald door mijn ouders en twee lieve vriendinnetjes, met wie we samen nog een vroeg kopje ochtendkoffie dronken. Daarna naar huis en wat extra slaap inhalen. ’s Middags kwam een andere vriendin langs en pakte ik mijn tas uit en ’s avonds mijn eerste normale maaltijd sinds dagen en daarna ouderwets film kijken op de bank – en op tijd naar bed. Een gewoon bed in een privé-kamer.

Zondag was mijn eerste gehele dag thuis, voornamelijk besteed aan het verder uitpakken van mijn tas en op gesprek bij mijn oude werk (en natuurlijk een hereniging met mijn oude collega’s), met een heerlijke diner op het terras van het restaurant waar ik vanaf volgende week weer ga werken.

En vanaf maandag begon er een ‘gewone’ Hollandse week vol weerzienslunches, fietstochten en doktersafspraken.
Terug dus in het land der gras en fietsen, waar iedereen Nederlands spreekt en mij dus (soms helaas) kan verstaan. Het land waar ik eindelijk geen toerist meer ben en waar ik niet over geiten struikel, een gewone wc heb, kraanwater kan drinken en kan leven met mijn kast vol schone kleren en een heus bed. Mijn trouwe backpack ligt nu leeg en kaal onder de trap – wachtend op een nieuw avontuur.
Want dat komt er hoor. Ik weet niet hoe en ook niet wanneer, maar ik weet zeker dat ik op een ander moment mijn rode rugzak weer volstouw met kleren en kampeerspullen en met mijn vliegticket in de hand weer op Schiphol sta.
Want wie eenmaal begint met reizen, die raakt verslaafd.

2 Reacties

  1. Ina:
    12 juni 2014
    Welkom thuis lieve dochter
  2. Ben:
    12 juni 2014
    Welkom in het vaderland. Je gaat vast even in een vacuum vallen na zo'n reis. Maar het is in Holland ook leuk hoor!