The days with lots of internet

22 mei 2014 - Ulaanbaatar, Mongolië

Tijdelijk terug in de bruisende Mongoolse hoofdstad met levensgevaarlijk verkeer waar oversteken bij groen licht slechts een idee is.
Na ruim twee weken geiten, poep en niet douchen werd het eindelijk weer eens tijd voor Hannah en mij om voor een paar daagjes terug te gaan naar UB, om van wat internet, stromend water en westers voedsel te genieten en praktische dingen te regelen.
Rond het middaguur arriveerde de chauffeur bij ons gerterrein, met de 17-jarige Catherine bij hem in de auto, de vrijwilligster die voor twee maanden bij mijn buurvrouw gaat wonen. Een aangename verrassing, want dat betekent dat ik de laatste twee weken van mijn project een Amerikaans buurmeisje heb op loopafstand, dus ook een gespreksgenootje. We konden maar een kwartiertje praten, voor we al op weg moesten.
Natuurlijk ging de tocht van de ger naar UB niet in één keer. Eerst moesten we Hannah ophalen (en dan konden we natuurlijk niet wat broodkoekjes en een kopje melkthee overslaan) en daarna gingen we nog langs bij Zoë. Ook mijn “ouders” gingen mee en Hannahs “zus”. Mijn ouders zetten we af in het gat Altanbulag (waar ze de rest van de week bij hun kinderen zouden zijn, aangezien ze die in het weekend niet hadden gezien omdat we de ger aan het verhuizen waren), bij hun huis daar – wederom een ger, maar dan met een krakkemikkig hek als omheining.
Aangekomen in UB konden we de stad niet in: het nummerbord van onze chauffeur begint namelijk met een 1 en iedereen weet dat op maandag nummerborden die beginnen met een 1 en een 6 de stad niet in mogen (om het aantal auto’s in het centrum te verminderen). Onze chauffeur bracht ons daarom naar een vriend aan de rand van de stad met een personenauto, waar we ons met z’n drieën inpersten.
Rond 17:00 kwamen we bij het guesthouse aan, waar we nu geen dorm hadden, maar een kamer met een stapelbed deelden met z’n tweeën. Dat resulteerde in ), heel veel internet, lasagne en chocoladebrownie als avondeten, een heerlijke steenkoude douche (warm water is voor watjes) en een rustige nacht zonder snurkende mensen en/of dronkenlappen met een echt matras en een echte deken.

De volgende dag hadden we met Hannahs “zus” (die met ons mee was gegaan naar UB vanwege een tandartsafspraak) om 10:00 afgesproken om naar de befaamde Black Market te gaan. Ontbijt in het vlakbij gelegen ‘Café Amsterdam’ (waar één van de medewerkers ook daadwerkelijk Nederlands was) en daarna naar het Suhbaatar Square. Hannahs zus kwam echter niet opdagen (de dag daarna hoorden we dat ze de hele dag in het ziekenhuis was vanwege haar tandartsafspraak – en ze had ons nummer niet om dat te kunnen zeggen), dus gingen we zelf maar naar de markt. Die lag op ongeveer driekwartier lopen van het plein af, maar toen we hem eindelijk gevonden hadden bleek hij gesloten te zijn.
Weer helemaal terug gewandeld dus, met onderweg bezoekjes aan wat interessante lokale supermarkten op zoek naar water, chocolade en tandenborstels en een tijdje rondgehangen in de enige fairtrade souvenirshop in UB (een soort Mongoolse wereldwinkel).
Lunch (met wat internet) in ons vaste restaurant vlakbij het guesthouse en daarna genoten van wat internet. Om 16:00 hadden we met Enkhee afgesproken bij de Projects Abroad Office, voor wat administratieve rompslomp: we kregen een traditionele jas die ze aan alle nomadenvrijwilligers geven, moesten een feedback form invullen en ik kreeg de papieren om mijn visa te verlengen. Daarna gingen we met een andere medewerkster naar het plein waar we een handjevol andere vrijwilligers ontmoetten (waaronder één andere Nederlandse). Samen gingen we naar een culturele show, die typisch genoeg dezelfde was als die ik met mijn ouders had gezien op de eerste volle dag in UB. Het was hetzelfde theater en dezelfde performers, maar wel wat andere dansen en liedjes: wat minder keelgezang, maar wel een vrouw die ontzettend hoog en helder kon zingen, erg indrukwekkend. Wel hetzelfde enge slangenmens en vreemde poppenmaskerdans.
Daarna diner in onze stamrestaurant met Hannah, de Canadees-Chinese  Winston en de zwijgzame Duitse Daniëlla en aansluitend weer internet.

Onze laatste dag in UB begon op dezelfde manier, alleen ontmoetten we nu om 10:00 Enkhee bij de City Department Store om wat nieuwe etenswaren te shoppen voor op het platteland. Een hoop chips, koekjes, noten en chocoladerepen dus weer, plus wat nieuw water en wc-papier.
Daarna onze spullen gedropt en vertrokken we eindelijk met Hannahs zus om 11:15 richting de Black Market ('Narantuul Market'). We gingen nu met de bus, wat een stukje sneller ging (en wel €0,25 kost).
De markt was een grote en aparte markt. Het was een soort doolhof waar Hannahs zus ons doorheen leidde op zoek naar de dingen die we graag wilde kopen (voor Hannah wol, kasjmier en leer – voor mij sieraden, wat resulteerde in slechts één ring). Sommige secties waren overdekt met overkappingen van plastic, andere waren binnen in een soort hallen en weer andere gewoon in de openlucht. Er waren rekken met leren jassen en spijkerbroeken tot zo ver het oog reikte, gedeeltes met de gebruikelijke fabriekskleren en neppe Louis Vuittontassen die je ook op Europese markten vindt, oude dames achter tafels vol zilveren sieraden, kraampjes met ritsen en linten in alle kleuren van de regenboog, een openlucht IKEA vol banken omwikkeld met plastic, op elkaar gestapelde oude zeecontainers met mannetjes die roestig gereedschap verkochten, felverlichte miniwinkels met goedkope elektronica, schoenenwinkels in duistere kamertjes en een complete afdeling met alles voor je eigen ger: schoorstenen, ovens, kastjes, mini gootstenen en tinnen bakken om gedroogde poep in te verzamelen. Interessant koopwaar waren bijvoorbeeld vachten van schapen en fretten, leggings van kamelenhaar en T-shirts met een symbool erop dat wij kennen als het hakenkruis, maar dat in veel Aziatische culturen een heilig symbool is (wat er dus nogal vreemd uitzag).
Na de markt keerden we terug naar ons stamrestaurant voor een late lunch (en internet). Daarna had ik met Enkhee afgesproken om mijn treinticket op te halen bij de office van de reisorganisatie waar ik hem bij had geboekt. Enkhee was zo lief geweest om voor mij te bellen waar mijn ticket gebleven was (ik had de organisatie gevraagd het naar Projects Abroad te sturen, maar dat hadden ze blijkbaar niet gedaan), de taxi te betalen naar de office toe en aan te bieden een guesthouse vlakbij het station voor mij te reserveren voor na mijn nomadenavontuur part 2.
Met het ticket op zak ging ik naar 'Café Amsterdam' waar ik met Manon had afgesproken voor een kort laatste gesprekje, omdat zij eerder dan ik naar huis gaat en dus al weg is als ik weer in UB aan kom over twee weken. Ze was erg moe van een lange dag werken, dus lang duurde dat gesprek niet en ik ging al snel terug naar het guesthouse om m’n tas in te pakken, te genieten van een laatste westers avondmaal van fish & chips en wederom wat internet.

En vandaag om 11:00 worden we weer opgehaald om terug te gaan naar het platteland, voor het nomadenavontuur part 2 (maar eerst nog mijn visa regelen bij de immigratiedienst op de weg naar de nomaden toe – en daar ik heb ik zulke goeie ervaringen mee dat dat sowieso in één keer goed gaat, ahum).
Het was fijn om even een paar dagen proper tea en koffie te kunnen drinken en te genieten van fish & chips en lasagne, internet en een douche, maar ik mis de babygeitjes op mijn wc en de spectaculaire zonsondergangen op het platteland toch ook wel. 
Ik had graag in deze paar dagen wat meer van Mongolië zelf willen zien (ik had eerst met Manon en Otgo geprobeerd af te spreken een tour naar een nationaal park buiten te stad te maken, maar Manon moest werken en Otgo was ziek), maar dat zat er helaas niet in. Misschien was het maar beter om deze daagjes even rustig aan te doen en praktische dingen te regelen, dan meteen een hele volle dag aan sightseeing te besteden, maar het is bijna lastig geworden voor mij om ‘rustig aan te doen’ in plaats van ‘alles eruit te halen dat er in zit’ (zoals in Nieuw-Zeeland en de Chinese steden). Maar sightseeing is natuurlijk niet de reden dat ik hier ben, dan kan altijd later nog. Ik ben hier nu om van mijn heuse experience op het platteland bij de nomaden te genieten, tussen de babygeitjes, gedroogde poep en nachten van 10u slaap. En ik heb er zin in om terug te gaan, hoewel ik langzamerhand toch ook begin terug te verlangen naar een kaassoufflé, hagelslag en broodje makreel. Op naar mijn op-één-na-laatste avontuur.

3 Reacties

  1. Ina:
    22 mei 2014
    Veel plezier deze laatste weken, als lees je dit pas als het erop zit. En ik zal je bestellingen noteren...
  2. Ina:
    22 mei 2014
    Veel plezier deze laatste weken, al lees je dit pas als het erop zit. En ik heb je bestellingen genoteerd!
  3. Flo:
    22 mei 2014
    Veel plezier! Ik zal aan je denken als ik hagelslag eet ;)