The days with a lot of animals

30 augustus 2015 - Kruger National Park, Zuid-Afrika

De laatste week in Zuid-Afrika bevatte een hoop dieren. Maar dan ook echt een hoop.
Zaterdagochtend name ik afscheid van het bush camp en alle studenten (plus aanhang) van ADHS om naar Hoedspruit te gaan voor mijn transfer naar Hazyview (slechts een uurtje rijden). Daar werd ik opgehaald door mijn lieve ouders, met wie ik de laatste week van mijn Afrikaanse avontuur zou gaan spenderen. De eerste twee dagen brachten we door in een lodge in Hazyview en reden we de Panoramaroute: op zaterdag was het mooi helder, waardoor we de heuvels en dennenbossen goed konden zien en brachten we een bezoekje aan drie watervallen. Ondertussen moesten we de verleiding van de onvermijdelijke outdoor winkeltjes met de gebruikelijke Afrikaanse kitsch weerstaan (maskertjes, schaaltjes, houten oorbellen – gezien de grootschaligheid waarschijnlijk made in China). Zondag was het helaas erg mistig. Hierdoor moesten we helaas het beroemde uitzichtpunt God’s Window overslaan, maar het was geen probleem voor de rondleiding door de Echo Caves (die voornamelijk bestond uit het raden van dieren die te zien waren in de rotsen), het wat lagere uitzichtpunt op de Bryce Canyon en de potholes (kleine meertjes en ravijntjes uitgeschuurd door water). Beide panoramadagen sloten we af met een heerlijk driegangendiner in het bijbehorende restaurant, met een lekker glaasje Zuid-Afrikaanse wijn.

Maandag en dinsdag brachten we door in het reservaat Manyeleti (waar ik ook al was geweest op onze ‘vakantie in een vakantie’ van ADHS). We sliepen in een basic bush camp, waar alles werd verlicht met olielampen en waar we ’s avonds naar onze tent werden gebracht omdat we niet alleen in het donker door het kamp heen mochten lopen. We kwamen tegen het middaguur aan en na een late lunch gingen we, samen met drie Duitse medekampgenoten en de gids Isaac op een game drive met lekker veel wild: twee jonge olifantjes die een pijpleiding aan het mollen waren, een meer vol nijlpaarden en krokodillen, een gigantische kudde buffels, een hoop loerende gieren, de onvermijdelijke impala’s en kudu’s en een drietal luierende leeuwen. Na een drankje en een mooie zonsondergang reden we terug naar het bush camp, waar we genoten van het kampvuur en een driegangendiner bij kaarslicht. Dinsdagochtend werden we om 6:00 wakker gemaakt voor een bush walk in de mistige ochtendzon. Hierbij gingen we niet op zoek naar dieren (hoewel we wel twee olifanten zagen van relatief dichtbij), maar leerden we over dierensporen, soorten poep en de vegetatie. Na terugkomst kregen we een stevig ontbijt en hadden we de rest van de ochtend/voormiddag vrij. Weer een late lunch en een game drive, waarbij we de ene olifantenkudde na de andere tegenkwamen op zoek naar een neushoorn die we nooit zagen (daarentegen wel minstens honderd olifanten, een paar giraffen, duikers en een bushbaby). 

Woensdag en donderdag brachten we door in Krüger. Eerst nog een bush walk in de vroege ochtend op de woensdag en daarna met een lange roadtrip terug naar Hazyview – tanken, boodschappen – en door naar de Paul Krüger gate, waar we rond 15:00 aankwamen. Gauw een boterham en weer snel op weg om op tijd bij onze lodge in het zuidelijkste gedeelte van het park te komen. Onderweg kwamen we een hoop giraffen, olifanten, wrattenschijnen, impala’s, kudu’s en maar liefst zes neushoorns (van dichtbij) en drie leeuwen tegen. Door al deze leuke dieren was het al donker toen we bij onze sfeervolle en haast spookachtige huisje in de grootschalige lodge aankwamen.

Donderdag begon al veelbelovend met het wegjagen van een paar aapjes die onze keuken inkwamen op chocola te stelen. De hele dag reden we in Krüger rond en genoten van de wisselende landschappen (van rotsachtige bergen tot Lion King achtige savanne tot een brede en volle rivier met groene struiken) en natuurlijke van alle dieren: olifanten, neushoorns, nijlpaarden, krokodillen, alle mogelijke soorten herten en vogels, buffels, schildpadden, zebra’s, noem maar op (behalve een luipaard helaas). We sloten de dag af met drie cheeta’s vlak voor de uitgang, waar we met een stroom van maar liefst tien auto’s halsoverkoppe toeren uithaalden om ze maar goed te kunnen bekijken, en een lekkere braai in onze nieuwe lodge.

Vrijdag was het tijd om weer terug te keren naar Johannesburg (of eigenlijk Centurion). Een road trip van een uur of zes, met wat benzine-, shop-, koffie- en plaspauzes onderweg. En zaterdag was dan de laatste dag in Zuid-Afrika. We brachten de ochtend en het begin van de middag door in een natuurreservaat tussen Centurion en het vliegveld: een prachtig steppeachtig graslandschap vol met blesbokken, struisvogels, zebra’s en een zestal neushoorns. Lunch en koffie bij het lokale koffietentje, bezoekje aan een meer dat tevens diende als barbecueplaats en op tijd richting vliegveld. 

Dat was dan weer mijn Afrikaanse avontuur. Maar de kans is vrij groot dat het niet mijn laatste buitenland avontuur was...