The days travelling by local bus

16 december 2016 - Kathmandu, Nepal

Mijn vierde en laatste week in Nepal zou de rustigste van allemaal zijn, omdat ik alleen maar wat vrijwilligerswerk zou doen. Maar natuurlijk werd ook deze week weer druk en vol.

Lobke en ik kwamen vrijdag terug uit Chitwan en gingen zaterdag samen met twee andere Nederlandse meiden naar Namo Buddha, een klooster(school) in een minuscuul dorpje op anderhalf uur rijden vanaf Kathmandu (waar volgens de verhalen Boeddha is opgegeten door een tijger). Naast het klooster is een guesthouse dat ontbijt-lunch-diner samen met de monniken aanbiedt. We namen na de lunch de taxi en kwamen rond vier uur aan. We spendeerden de rest van de middag met het bekijken van het klooster, luisteren naar het middaggebed (voor wie van trompetgeschal houdt) en genieten van de zonsondergang op een uitzichtpunt bij een stupa. Het avondeten was stipt om 18:00 en alle toeristen en vrijwilligers zaten op banken die haaks op de banken van de monniken zaten, zodat je goed uitzicht had op de schattige kleine monnikjes in hun veel te grote rode gewaden. Je mocht natuurlijk geen foto’s nemen van de kinderen, maar dat had niet elke Chinese toerist in de gaten. ’s Avonds thee en kaarten in het naburige “café”. De volgende ochtend stonden we vroeg op voor een mooie zonsopgang tegen het uitzicht van de Himalaya, met de klanken van het ochtendgebed op de achtergrond. Het ontbijt bestond uit een klef broodje en mijn oude favoriet, Mongoolse melkthee (suutei tsai)! Boeddhisten hè.
We liepen nog een klein rondje door het klooster en begonnen om 9:30 aan de wandeling terug. Onze routebeschrijving zei alleen “ask monks for directions to Panauti”, dus wij vroegen keurig de monniken om de weg naar Panauti. De wandeling begon op een heuvel vol met gebedsvlaggetjes, die ons de weg wezen tot naar het dal. Vanaf daar was het twee uur lopen door authentieke Nepalese dorpjes vol blaffende straathonden en mandarijnenverkoopsters tot het dorp Panauti. Daar namen we de lokale bus – helemaal zelf geregeld voor zestig cent – terug naar Kathmandu. Taxi’s zijn voor nieuwkomers.

Maandag begon het vrijwilligerswerk. Ik had eigenlijk mijn zinnen gezet op het constructieproject, maar dat was helaas afgelopen in Kathmandu (hoewel er op elke straathoek constructie bezig is, maar goed). Ik moest daarom noodgedwongen met twee Deense meiden mee naar een piepklein schooltje voor kinderen van 3 tot 6 jaar. De directeur was een lieve en enorme enthousiaste man, die ons uitlegde dat hij dit schooltje had opgericht voor de kinderen van arme mensen en dat hijzelf voor alle kleren en spullen betaalde. Ik en één van de Denen hielpen mee bij de oudste kinderen (5-6 jaar) tijdens Engelse les, wat voornamelijk inhield dat we dingen op het bord moesten schrijven, woorden moesten spellen en hun opdrachten moesten verbeteren. Ja ja, kinderen van 6 die al twee talen kunnen lezen en schrijven en altijd keurig ‘May I go to toilet Ma’am?’ vroegen. ’s Middags gingen we terug naar het vrijwilligershuis voor lunch en daarna gingen we nog één uurtje met de kinderen kleuren (i.e. kleurpotloden slijpen en stickers plakken op hun prachtig doorgekraste my little pony kleurplaat). Aan het eind van de middag ging ik nog naar Thamel voor een manicure en koffie-cake. Andere vrijwilligers waren daar al, dus ik moest helemaal alleen met de lokale bus vanaf de school. Het nemen van de lokale bus is voornamelijk een kwestie van gokken: herhaaldelijk vragen of de bus naar Thamel gaat en dan de route volgen op de gps van je mobiel. En dan maar hopen dat je niet al te ver hoeft te lopen.

Dinsdag was een feestdag, dus de school was dicht. ’s Ochtends gingen we daarom naar een weeshuis (waar ook kinderen van de school zaten) om met hen spelletjes te spelen en te zingen. Ik was vet populair bij de kinderen die allemaal mijn handje wilde vasthouden om mijn prachtige nieuwe gemanicuurde nagels te bewonderen. Na de lunch vergezelde ik de enige nieuwkomer deze week (een Australiër uit Melbourne!) met zijn coördinator naar Boudhanath, een stupa waar alle vrijwilligers heen gaan in de culture week maar die ik had gemist omdat ik toen ziek was. Het is een enorme wit-met-gouden stupa die schitterde in de zon, op een plein vol koffietentjes, tempels met biddende monniken en een tent voor bloeddonaties. Daarna wederom in m’n eentje met de lokale bus naar Thamel voor een lekkere bruschetta, brownie en een facial in onze nieuwe favoriete spa. ’s Avonds haalde één van de Nederlandse meiden haar pas gekochte gitaar tevoorschijn en hadden we een lekkere muziekavond.

Woensdagochtend moest ik mijn was ophalen uit Thamel en maakte ik er samen met Lobke een brunch van (heerlijke eggs benedict met een café latte voor omgerekend vier euro). ’s Middags weer terug naar het schooltje voor een creatieve middag gevuld met strijkkralen. De Denen hadden alle equipment daarvoor meegenomen (inclusief voorbeelden en een strijkijzer) en de directeur was laaiend enthousiast. De twee juffen en wij drieën namen elk een paar kinderen onder onze hoede, die we hielpen met het kopiëren van de voorbeelden (waar een hoop mathematische technieken bij kwamen kijken, zoals het tellen van het aantal kralen in één rij). ’s Avonds een rustige avond met een filmpje kijken op de laptop.

Donderdag was alweer mijn laatste dag in Nepal. ’s Ochtends ging ik nog één keer mee naar de kinderen, die wel tien seconden doodstil waren toen de juf zei dat het mijn laatste dag was (ik ben vet populair bij kinderen, zei het toch). Na het wederom verbeteren van opdrachten en tekenen van bloemen en katten in hun schriften als beloning, gingen we naar het vrijwilligershuis voor een lunch. Daarna nam ik opnieuw in mijn eentje de lokale bus naar Thamel, waar ik een paar andere vrijwilligers ontmoette in de Garden of Dreams, een mooie tuin met veel bankjes en zon in het midden van de drukke stad. ’s Avonds gingen we met bijna alle vrijwilligers – plus mijn twee oude vrienden van de eerste dagen in Kathmandu – uit eten bij een pizzeria en cocktails drinken in een andere bar. Een goeie en gezellige afsluiter van een aantal hele mooie weken in Nepal.

En nu is het alweer vrijdag – en half december. Vijf-en-een-halve maand zijn alweer voorbij; nog vijf weken voor ik terug ben in Amsterdam. Laatste deel? Backpacken door Zuidoost-Azië. Eerst stop? Bangkok. Kijken of het nog chaotischer kan dan Kathmandu.

2 Reacties

  1. Ina:
    16 december 2016
    Dat vrijwilligerswerk van jou mag eigenlijk geen naam hebben. Maar je hebt wel fijn de locale ondernemers gesteund met je spabezoeken! Nog 39 nachtjes slapen in vreemde bedden...
  2. Flo:
    18 december 2016
    Haha dat vrijwilligerswerk kon vast erger :P Ben benieuwd waar je allemaal nog meer naartoe gaat :)