The days (de)stressing

16 oktober 2023 - Caye Caulker, Belize

Laten we dit avontuur beginnen met het dringende advies om nooit een overstap in de VS van twee uur of minder te plannen, want dat is onmogelijk tenzij je van rennen en voordringen houdt. Mijn vlucht naar Cancun ging via Atlanta... De vlucht zelf verliep prima (afgezien het feit dat ik was ingeklemd tussen twee vrij stevige Amerikanen), met redelijk eten en leuke films. Toen we waren geland stonden we maar liefst een halfuur stil omdat de gate nog niet vrij was (‘over vijf minuten kunnen we aanmeren’). De stewardess zei, ietwat chargijnig, door de intercom dat ze wist dat er veel mensen met een transfer waren. Dat klopte, want bij de daaropvolgende paspoortcontrole en douanepoortjes stond het vol met zenuwachtige en kreunende mensen die een vlucht moesten halen binnen een uur (mezelf inclusief). Het personeel vragen of er een manier was om de tergend langzame rijen te passeren had geen zin, want ‘er zijn meer mensen met een transfer’. Toen we nog driekwartier hadden om de vlucht te halen besloot een Mexicaans koppel om de gigantische rij voor de douane maar de skippen met een ‘pardon, excuse me, flight to catch’, tot lichte irritatie van de rest. Ik volgde hen maar, en dat was een goede beslissing, want zo konden we de vlucht tenminste halen.
Aangekomen in Cancun besloeg mijn bril meteen door de hitte en had ik spijt van mijn trui (niet in het vliegtuig overigens, want daar was het bar koud). De transfer stond al te wachten en een vriendelijke Mexicaanse man reed mij naar Playa del Carmen, ongeveer een uur van Cancun verwijderd. Bij het hotel aangekomen (het was inmiddels 21:00) was ik te moe om nog op zoek te gaan naar de rest van mijn reisgezelschap (die ergens in de stad moesten zijn). Ik haalde wat snacks en water bij de supermarkt, keek een aflevering van Downton Abbey, en ging naar bed.

Mijn eerste - en enige - volle dag in Mexico begon al goed, met een ontbijt van wentelteefjes in het geairconditioneerde restaurant. Gelukkig was er een groepschat aangemaakt met de leden van het reisgezelschap erin, zodat ik kon vragen of mensen van plan waren om iets leuks te doen. Een aantal mensen was van plan om naar een cenote te gaan en ik wilde wel mee. De zoektocht naar de bus was weer een nieuw avontuur, omdat de bushalte die ons werd aangeraden geen echte bushalte was. We hadden de mazzel dat een lieve buschauffeur ons oppikte en naar een busstation bracht, van waar een local ons naar een nieuw busstation wees, van waar we door een andere local naar weer een andere plek werden doorverwezen. Zoals mijn reisgenoot Will zei ‘they are very friendly but also very vague’.
Een cenote is simpelweg gezegd een meer in een grot. De cenote waar wij waren (cenote azul) was niet echt een grot, maar er waren wel rotswanden om vanaf te springen of onder te schuilen. Het was niet heel druk, maar naarmate de ochtend vorderde werd het steeds drukker. Het water was heerlijk, de grond ietwat slijmerig, en er waren een hoop visjes die het lekker vonden om de vellen van je tenen te eten (tot de schrik van een paar Franse dames). We bleven tot iets na het middaguur, voor we de bus terug namen naar de stad. Het aanhouden van de bus doe je overigens door in de brandende hitte langs de kant van de snelweg te staan en te zwaaien, te hopen dat de bus stopt, en om te hopen dat er plek is. AC is er gelukkig altijd.
Het gebied waar Cancun en Playa del Carmen liggen is overigens niet helemaal aan mij besteed. Het bestaat met name uit een lange rechte snelweg (stoffig, tweebaans), met aan weerszijde dicht struikgewas, vervallen woningen van de bewoners, en/of de contouren en oprijlanen van dure resorts. Ook Playa del Carmen bestaat vooral uit autowegen, aftandse woningen, luxe hotels, en dure clubs.
Ik lunchte bij een vegan restaurant (beste eten tot nu toe!) en ben daarna nog een rondje gaan lopen door de stad (op teenslippers, geen goed idee). Kopje koffie bij een schattig restaurantje recht aan het water. Ik was even vergeten dat Latijns-Amerikanen houden van harde muziek, maar dat besef kwam snel terug toen ze achter mij in het restaurant keiharde reggeaton gingen draaien.
‘s Avonds ontmoette ik dan eindelijk de rest van het reisgezelschap. We zijn met zestien in totaal, plus onze gids Gill. Er is een Frans-Canadees stel, twee Zweedse vriendinnen, zes Britse meiden, een Ierse, drie Duitsers, en een Deen - twaalf meiden en vier jongens. 
We gingen taco’s eten in een restaurant waar zowel de muziek hard stond als een man met een gitaar Spaanse liedjes en Wonderwall ging spelen. Daarna gingen we nog naar een bruisende centrum, waar we een bar binnen waren gelokt die AC had. Ik zou willen zeggen dat het een restaurant met een Mexicaans thema was, maar we zijn natuurlijk in Mexico. Desondanks speelden ze hier bachata- en salsamuziek, waren er vooral cocktails op basis van tequila en/of rum, hadden ze muurschilderingen van mariachibands, en kon je op de foto met sombrero’s.

En dat was Mexico alweer. De volgende ochtend moesten we om 4:30 (!) opstaan om de transfer van 5:00 te nemen naar de grens met Belize. Alles liep redelijk gesmeerd. De grensovergang was weer kenmerkend dodgy (‘misschien moeten jullie een exit fee betalen maar misschien ook niet’) maar verliep zonder problemen. Rond 12:00 kwamen we aan in Belize City, waar we de boot zouden nemen naar het eiland Caye Caulkner. Eerst lunch in het enige restaurant bij de terminal (een restaurant met wifi en AC, dus het was geen straf daar even te zitten). De boot was extreem warm, maar zodra hij vertrok was het lekker om voorin te zitten en te genieten van de wind. We bereikten het eiland, wat een heerlijk typisch Caribisch eiland is, vol palmbomen, zandweggetjes, en vissersboten. Door de bloedhitte naar het hotel, waar we even konden bijkomen met een cocktail bij de bar in het zwembad, voor we alweer door moesten naar een meeting voor het snorkelen van de daaropvolgende dag, en eten. Onze gids, Gill, is overigens een vriendelijke en gezellige Guatemalaan, die met iedereen vrienden is; dat heeft zijn voordeel (kortingen, gratis transfer, restaurant opent terwijl het eigenlijk dicht was) maar ook zijn nadelen (elk restaurant is het ‘beste restaurant’ en hij verdwijnt om de haverklap omdat hij met vrienden heeft afgesproken). Maar wanneer het erop aankomt is hij betrouwbaar en goed in het regelen en organiseren van zaken, wat is waar het zijn van een tourguide in feite om draait.

Gisteren stond de snorkeltour op het programma. Na een lekker ontbijt van wentelteefjes en ijskoffie bij een hippe yoga-en-koffietent gingen we om 10:30 aan boord van de catamaran. De bemanning bestond uit vier vrolijke jonge eilanders, die supergoed konden zwemmen (en dat duidelijk ook wilden laten zien) en ons graag dronken wilden voeren. De tocht verliep als een geoliede machine. Eerst een lange tocht varen naar het natuurgebied (Hol Chan Marine Reserve), waar we onze vinnen en snorkels (die al aangemeten en gelabeld waren) kregen en in drie groepen onder leiding van de hippe gidsen op snorkelavontuur gingen. Dit deden we drie keer, op drie verschillende plekken, en tussendoor kregen we lunch (arroz y frijoles - daar zijn ze weer) en snacks (bananenmuffins en ceviche, meer aan mij besteed). Het rif was mooi, met veel kleine visjes en wapperend paars koraal, maar het mooist waren de vele zusterhaaien en de majesteuze adelaarsrog.
Op de terugweg van het natuurgebied probeerde de crew ons inderdaad dronken te voeren met sterke rumpunch, en dan moet je net Britse twintigers hebben, want die drinken alcohol alsof het water is en reageren erop als giechelende studenten. Terug aan land gingen we - de Britten behoorlijk aangeschoten - naar een hotel aan de andere kant van het eiland (tien minuten lopen, want zo groot is het allemaal niet), waar ‘s avonds de pijlstaartroggen gevoerd worden. Het is overigens ook de kant van het eiland waar de zon ondergaat, maar helaas verdween de zon in de wolken. 

Zondag was een vrije dag, wat altijd een beetje ironisch is op vakantie. Ik was de vorige avond niet meegeweest met karaoke, maar had een film gekeken en was op tijd naar bed gegaan omdat ik me niet zo goed voelde. Daarom kon ik redelijk bijtijds opstaan om, in de bloedhitte, een ontbijttentje te vinden waar ze wafels, ijskoffie, en ventilators hadden. De rest van de dag was een heerlijke momentopname van the island life: een beetje relaxen bij het zwembad, wat rondbanjeren over het eiland om foto’s te maken, nacho’s met garnalen bij een strandbar (met wederom keiharde muziek), een beetje dobberen in de zee, en cocktails bij de pijlstaartroggen en de zonsondergang (die wederom in het water viel door de wolken). ‘s Avonds gingen we nog met de hele groep uit eten bij een andere strandtent en kletsten nog een beetje na bij het zwembad. En toe ging iedereen keurig om 23:00 naar bed. Een goede dag om even bij te komen van alle stress en avonturen van de dagen ervoor.

En vandaag laten we the island life alweer achter ons. Tijd voor meer cultuur!

3 Reacties

  1. Ina:
    16 oktober 2023
    Ach ja, die Cariben met hun reggeaton… En een inwoner van Guatemala is een Guatemalteek - serieus.

    Veel plezier lieverd
  2. Irma:
    16 oktober 2023
    Veel plezieriger
  3. Tanja:
    16 oktober 2023
    Veel plezierigst