The days in/on water

3 januari 2017 - Vang Vieng, Laos

Ik zou eigenlijk 28 december naar Laos vertrekken, maar ik werd de 28e wakker met voedselvergiftiging dus dat feest ging niet door. Drie dagen lang verbleef ik rond mijn bed, de wc en het zwembad van het hostel. Weinig eten en veel lezen om weer aan te sterken. En dan eindelijk de 30e in de bus naar Laos. De groep was klein: ik, drie Engelsen en een Australische, plus een enthousiaste gids.

De tocht naar de grens met Laos was lang, maar werd opgebroken door een pitstop bij hot springs (waar oude vrouwtjes kleine mandjes met eieren verkochten die je kon koken in het hete water) en lunch met een bezoekje aan de White Tempel in Chiang Rai. De White Tempel is een bijzonder, relatief moderne tempel (volledig wit), maar helaas erg toeristisch en daardoor erg druk. Het voelde daardoor een beetje als een Disneylandattractie (inclusief een enorme kast met gevonden voorwerpen als teddyberen en selfiesticks).
We verlieten Thailand, namen een bus het niemandsland door en de Mekong over en arriveerden in Laos. We namen een tuktuk en kwamen aan het eind van de middag bij het guesthouse aan. We bezochten een tempel annex klooster, waarvandaan we een mooie zonsondergang zagen en de monniken hoorden zingen. ’s Avonds als avondmaal een lekkere vis uit de Mekong.

Op oudejaarsdag stond een boottocht over de Mekong op het programma. We hadden een hele slow boat voor ons alleen (alle twintig tafels en vier banken). De tocht duurde ruim zes uur, maar het was geen straf door het mooie uitzicht op de oerwouden en zandstranden en de zachte banken voor een lekker dutje of leessessie. Halverwege de middag kwamen we aan bij het kleine Laotiaanse dorpje waar we ’s nachts zouden verblijven. We sliepen in het huis van één van de locals. Na een verkenningsrondje door het dorp was het tijd voor de welkomsceremonie. Het hele dorp was uitgerukt om de blanken te zien en na een zege van de dorpssjamaan en een shot whisky met een banaan, wikkelde elke dorpeling een katoenen streng om één of beide polsen (wat resulteerde in meer dan dertig katoenen armbandjes die we - naar oud Laotiaans gebruik - drie dagen om moesteen houden).
Die avond was het natuurlijk oudejaarsavond. Dat vierden we door alle feestjes in het dorp af te gaan, waar we gratis whisky en bier kregen, plus lokale snacks (zoals kokoskoekjes, gefrituurde bamboe, pittige varkensvleessalade en broccolisoep). Ook dansten we in een cirkel terwijl de Laotianen zelf in een microfoon zongen en één van ons op de trommel gemaakt van een emmer speelde. Een oudejaarsavond om nooit te vergeten.

Op nieuwjaarsdag vervolgden we onze boottocht over de Mekong – iets moeier en brakker dan de avond ervoor. Het weer was ook iets slechter en het regende soms. De tocht werd onderbroken met een lunch en een bezoekje aan de Pak Ou grotten: één van de grotten is makkelijk te bereiken en daardoor erg toeristisch (i.e. vol met Boeddhabeelden en selfie-makende Aziaten), de andere grot ligt wat hoger en is niet verlicht (wat het rustiger, spannender en interessanter maakte). We verlieten de boot en namen een minibus voor een paar minuten naar de grote stad, Luang Prabang. De avond was rustig, met wifi, pizza en een rondje op de nachtmarkt (waar we een erg lekkere crêpe met nutella kochten).

Maandag hadden we een vrije dag in Luang Prabang. Na een rustig ontbijtje liep ik langs de Mekong op zoek naar koffie. Daarna bezocht ik het koninklijk paleis in het centrum, wat eigenlijk meer een soort landhuis was met vrij sober ingerichte kamers met veel hout en riet. De balzaal was wel erg mooi; rood geschilderde muren geheel versierd met mozaïeken van goud, zilver en blauw glas. ’s Middags namen we een minibus naar de Kuang Si Waterfall. De waterval bestond uit meerdere terrassen van prachtig helder blauw water. Sommige terrassen volgden snel op elkaar waardoor de stroming te sterk was, maar andere terrassen waren groot genoeg om in te kunnen zwemmen (koud en fris). We volgden de rivier stroomopwaarts en zagen de ‘moederwaterval’ die opnieuw bestond uit allerlei terrassen maar dan erg steil. We klommen langs de ene kant van de waterval door het bos omhoog, staken de rivier over en klommen weer naar beneden. Terug in de stad ‘beklommen’ (trappen!) we de heuvel in het centrum voor een mooi uitzicht over de stad en kletste met een monnik voor zijn tempel. ’s Avonds regende het zo hard dat ons bezoekje aan de nachtmarkt letterlijk in het water viel (wilden we net jurken en armbandjes gaan kopen).

Dinsdagochtend was een lange reisdag: in zes uur tijd reden we van Luang Prabang naar Vang Vieng. De weg slingerde over en langs de heuvels, wat iedereen heel misselijk maakte maar ook zorgde voor fraaie uitzichten over de heuvels en het dal. Ook maakten we een pit stop bij een “loo with a view”; een toilet waarbij één muur ontbrak waardoor je recht naar buiten keek.
We kwamen rond lunchtijd aan in Vang Vieng, waar ik een meisje van mijn eerste Straybus herontmoette. Met haar lunchte ik bij een Ierse pub en ging ik met de tuktuk naar de Blue Lagoon, een kleine lagune met helderblauw water en allerlei touwen waar je mee door het water kon slingeren. De weg naar de Blue Lagoon was een prachtige scenic route, langs de akkers en rijstvelden met uitzicht op de steile en rotsachtige heuvels waar Vang Vieng door omringd is. 's Avonds met de hele Straygroep uit eten - en dan morgen weer in de bus. Een goeie ouwe roadtrip door Laos.

1 Reactie

  1. Ina:
    4 januari 2017
    Inderdaad, zo'n oudejaarsavond maak je nooit meer mee. En sla wat van die Laotiaanse whisky voor ons in...