The days in fantasyland

14 april 2014 - Hamilton, Nieuw-Zeeland

Rond half zes kwamen we in Wellington aan, dat op het eerste gezicht leek op de haven van Rotterdam (maar dan met heuvels). Onze bagage ophalen en de bus weer in, op naar het hostel. Na onze spullen gedropt te hebben gingen we op zoek naar wat eten, wat Domino’s pizza werd wat we bij de haven opaten.
Wellington maakte een leuke indruk als de ietwat kleine havenstad annex hoofdplaats van Nieuw-Zeeland, maar helaas hadden we geen tijd om er lang te blijven. Na een korte wandeling langs de haven en weer terug, gingen we terug naar het hostel en naar bed – want de volgende dag moesten we opnieuw vroeg op. De bus vertrok om 7:00 richting Auckland, voor de langste bustocht ooit.
We hadden een paar korte fotostops onderweg, tot een wat langere stop in een café bij het National Park. Daar was het tijd voor toasties, burgers, chocoladerepen en koffie en haalden we nog wat nieuwe mensen op. Tijdens de 11u durende bustocht liet Panda wat films zien op het kleine scherm in de bus, te beginnend met I Am Legend (om ons lekker wakker te krijgen) en na de lunch de nogal flauwe film BASEketball. Daarna (natuurlijk) Lord of the Rings: Two Towers, maar die konden we niet helemaal afkijken.
Rond 17:30 reden we eindelijk Auckland binnen, maar het duurde nog wel een halfuur voor we in het centrum waren bij de hostels. We dropten onze spullen en gingen op zoek naar eten.
Auckland is één van de grootste steden ter wereld; niet zozeer qua inwoners (plusminus 1 miljoen), maar voornamelijk qua ruimte. Ontzettend veel straten, gebouwen en grote huizen en slecht openbaar vervoer, waardoor een Aucklander (volgens Panda) een auto echt nodig heeft. Ons hostel lag aan een straat met vrijwel alleen maar Chinese en Koreaanse eettentjes, een goedkope burgerzaak en een chique Frans restaurant annex crêperie. Na een goedkope burger in het parkje, sloten we de dag af een crêpe in de Franse bistro. Daarna liepen we nog langs een groot standbeeld van King Joffrey van Game of Thrones, ter ere van vierde seizoen dat binnenkort in première gaat. ’s Avonds wasje draaien en Sherlock kijken.

Zondag was het dan eindelijk tijd om het Noordereiland te gaan verkennen. Onze nieuwe bus vertrok rond 8:00, een kleine bus met slechts vijftien mensen en een chauffeur met de naam Leftie. De eerste stop was in de Stray Travelshop, waar we dan eindelijk ons Stray Passport kregen (een klein oranje kaartje met daarop ons confirmatienummer), een gids over de stops en informatie over hoe je de bus moet boeken. Tja, maar wij waren natuurlijk weer alternatief genoeg om in Christchurch te beginnen en dat bovenstaande allemaal op eigen gelegenheid uit te zoeken.
Na een koffiestop, supermarktstop en een paar fotostops kwamen we bij een korte wandeling door een regenwoud met wat bijzondere bomen. Daarna door het Holiday Park waar we die avond zouden verblijven, een soort camping met ook wat grote hutjes met keukens en slaapkamers (en het schoolkampgevoel was weer terug). Na een snelle lunch en omkleedsessie gingen we met z’n allen met de bus naar het begin van de wandeling naar Cathedral Clove, een groot gat in een rotswand die twee stranden met elkaar verbindt. Een prachtige, idyllische plaats met een extreem blauwe zee met hoge sterke golven en bijzondere rotsen, door de wind uitgesneden. Overigens ook scenery uit de tweede Narnia-film.
Over het strand teruggelopen naar het Holiday Park en na wat muziek en chips opnieuw weer in de bus voor een bezoekje aan Hot Water Beach. Het bekende aan Hot Water Beach is dat je (als het eb is) gaten in het zand kan graven, waardoor het warme water dat in een paar stromen onder het strand ligt, aan de oppervlakte kan komen en je hete poelen krijgt. Maar dat werkt natuurlijk niet als het hoogtij is (want dan stromen de poelen vol met koud zeewater) of als de golven zo ruig zijn dat ze de poelen sowieso wel bereiken. Dat laatste was helaas bij ons het geval, waardoor het poelen graven letterlijk in het water viel, maar we wel konden genieten van een avondzwem en een prachtige zonsondergang.
Terug naar onze ‘lodge’, voor een gezellige groepsbarbecue met ijs en chocola toe en daarna nog wat gekaart, gedronken en gekletst met onze nieuwe busgenoten, die ontzettend gezellig en grappig waren. Helaas moesten we de volgende dag alweer afscheid van ze nemen. Onze bus ging door naar de surfplaats Raglan, maar wij gingen er onderweg bij Hamilton uit omdat dat een praktischere plek was voor onze Hobbiton-tour en ons WWOOFen.
Leftie waarschuwde ons dat Hamilton een ontzettend saaie plaats was, waar niks te beleven viel, maar zodra we naar het hostel waren gesjokt en op zoek gingen naar een plaats om snel wat te lunchen, beviel de stad vol winkels en cafeetjes ons eigenlijk wel. Met een toastie en panini in onze hand liepen we naar de bushalte voor onze bus naar Matamata.
Na een uurtje kwamen we aan bij de i-Site van Matamata en het was al meteen duidelijk waar we moesten zijn voor de Hobbiton-tour – aangezien het gebouw van de i-Site eruit zag als een groot hobbithol met een bagagedepot met de naam ‘Bag End’. We hadden nog wat tijd over voor een lekkere caramelslice, voor we de Hobbitonbus in gingen, die ons over heuvels vol schapen naar het ‘Hobbit bezoekerscentrum’ bracht (niks meer dan een winkel vol dure souvenirs en een weitje met drie schapen). Na wat gesnuffeld te hebben in het winkeltje stapten we op weer een nieuwe bus, nu eindelijk echt naar de set.
Om de landschappen voor Middle-Earth bij elkaar te scharrelen, waren Peter Jackson en zijn crew maanden lang bezig met het zoeken van de perfecte locaties: voor de Shire waren ze op zoek naar heuvels met een meer en een grote boom (partytree). Op een gegeven moment vlogen ze over het grondgebied van de Alexander Farm heen, die locatie leek perfect en ‘Hobbiton’ was geboren. Het filmgedeelte van de farm werd het eigendom van New Lines Studio en werd getransformeerd in een parkje dat zo in de Efteling had kunnen staan: felgroene heuvels (in contrast met de droge heuvels in de rest van het land), planten, fruitbomen, een hoop vlinders en de ingangen van hobbitholen met tuinen vol werkgerei, houtblokken, bankjes, nepfruit en vogelverschrikkers. De deuren kunnen open, maar daarachter bevindt zich alleen een kale ruimte; de binnenkant van de hobbitholen staan in de studio’s in Wellington. Na de Hobbitfilms is alles gebleven zoals het ook in de film te zien is, om het uit te kunnen melken met toeristische tours, verjaardagpartijen en huwelijksceremonies.
Onze gids leidde onze groep langs de perkjes en hobbitholen, tot natuurlijk de grote groene deur van Bag End die bovenaan de heuvel staat en uitkijkt op het dal met de andere holen. Daarna naar beneden richting het grasveld met de ‘partytree’ waar de verjaardag van Bilbo Baggins wordt gevierd, langs het water naar de herberg The Green Dragon (speciaal authentiek ingericht voor de toeristen, want er is niks opgenomen) waar we een gratis gingerbeer of applecider kregen. En na wat hobbitonkleren gepast te hebben, was het weer tijd om naar huis te gaan.
Terug naar het Hobbit bezoekerscentrum en in de bus naar Matamata. We hadden nog driekwartier voor onze aansluiting naar Hamilton, dus genoten we van een lekker kopje thee. In Hamilton diner van take awaypizza en de dag afgesloten met een Sherlock marathon.
En daarna stond er alweer een nieuw avontuur voor de deur: vijf dagen vrijwilligerswerk op een Christelijke boerderij in Taranaki (streek in het oosten van het Noordereiland).

2 Reacties

  1. Ina:
    13 april 2014
    Bijna saai: een bustocht door een regenwoud, idyllische zonsondergang, lege hobbitholen... Geen adrenalinekicks deze dagen?
  2. Geraldine:
    13 april 2014
    Wat een prachtige foto's, en wat ben ik blij om pas achteraf te zien wat een ontzettend leuke spannende dingen jullie allemaal gedaan hebben!