The days feasting

Bangkok lijkt op Beijing op Koningsdag. Brede wegen met veel verkeer, enorme pleinen met altaren voor en portretten van de grote geliefde leider, overdadige tempel- en paleizencomplexen vol goud en edelstenen, straatverkopers die op kleedjes rotzooi verkopen, overal eetstalletjes met goedkoop eten en mensen die ’s nachts op straat feest vieren. Ik moet zeggen dat ik verwacht had dat Bangkok net zo’n chaos was als Kathmandu, maar dat viel me alles mee. Vergeleken met Kathmandu is Bangkok heel modern, met stoplichten en bushaltes. Ook is het er best schoon en is de smog veel minder dan in Nepal. Taxi’s zijn goedkoop als je de chauffeur zo ver kan krijgen de meter aan te zetten.

Op mijn eerste dag in Bangkok had ik met mijn huisgenoot Nick en een vriendin van hem op een metrostation afgesproken om naar de weekendmarkt Chatuchak te gaan. Het station lag op een uur lopen, maar het was een leuke wandeling langs een kanaal, door een park en dwars door Chinatown. We verbleven een paar uur op de markt, waar we voornamelijk aten (ze lieten me allerlei typisch Thaise gerechten proeven), rondkeken bij de kleren en naar de dierenafdeling gingen. Op de dierenafdeling hebben ze alle dieren die je maar wil – vissen, kreeften, schildpadden, katten, honden, eekhoorns, biggetjes, slangen, muizen, hamsters, spinnen, leguanen, eenden, kippen. Ze zitten wel in hele kleine hokjes of zijn net bij hun moeder weggerukt, maar ze zijn wel heel pluizig (behalve die reptielen dan).
Na de Chatuchak markt gingen we naar een andere markt, die helemaal aan eten was gewijd. Daar aten we een pittige papajasalade, pad thai (noedels met taugé, ei, pinda’s en kip of garnalen), rauwe zalm, soort crêpes met een marshmallowvulling, gegrild varkensvlees, mangosmoothies, en nog veel meer andere gekke Thaise dingen. ’s Avonds gingen we uit op de Khao San Rd, wat doet denken aan het Leidseplein op Koningsdag: alcohol wordt verkocht op straat in emmers, iedere club speelt zijn muziek keihard en iedereen staat buiten te dansen en mee te zingen.

Mijn tweede dag in Bangkok was een stukje rustiger, omdat we de vorige avond laat naar bed gingen. Overdag ging ik naar een koffietentje, keek ik series en deed ik wat administratie voor mijn vervolgreis en vervolgstudie (ja, daar moet ook aan gedacht worden...). ’s Avonds gingen we naar een skybar voor pizza en een mooi uitzicht op Bangkok, en naar een club waar het gay night was en een stel travestieten een dans- en cabaretshow hielden (Thailand hè).

Mijn derde dag in Bangkok had ik een hoop tempels in te halen, omdat ik de dag ervoor niet zoveel had uitgevoerd. ’s Ochtends ging ik naar het Grand Palace, voor wie van goud, glitter en drommen selfie-makende Aziaten houdt. Het was erg mooi, maar ook erg warm en druk. Na een vroege lunch van pad thai ging ik naar Wat Pho, een tempelcomplex in de buurt van de Grand Palace, met een enorm beeld van een liggende boeddha, wel honderd beelden van zittende boeddha’s, overdadig versierde stupa’s en een stuk minder toeristen. Dit complex was een stuk rustiger en vond ik stiekem mooier dan het Grand Palace. In de middag nog een wandelingetje langs het water (ik wilde eigenlijk naar nog een andere tempel, maar die stond in de steigers), een kopje koffie, lang gesprek met mijn nieuwe kamergenoot en opnieuw wat series (je moet je rust ook nemen hè). ’s Avonds ontmoette ik mijn nieuwe reisgroep. Ik heb namelijk – net zoals drie jaar geleden in Nieuw-Zeeland – een ticket geboekt voor Stray, een hop-on hop-off bus die mij door heel Zuidoost-Azië heen gaat brengen. Mijn nieuwe reisgroep is een stuk kleiner dan de bomvolle Nieuw-Zeelandse bussen: negen reizigers (Duitsers, Amerikanen, Britten en één Hollander) plus de gids uit Laos. Samen gingen we uit eten en daarna nog naar een bar met live muziek.

Dinsdag vertrokken we rond 9:30 met twee minibusjes naar Ayutthaya, de oude hoofdstad van Thailand vol oude tempels en paleizen. We kwamen rond lunchtijd aan, waarna we op een boottocht gingen langs drie verschillende tempels. Eén moderne tempel met een enorm Boeddhabeeld, één oude tempel annex paleis en één heel oud tempelcomplex. De boot was een beetje schommelig, maar niet zo erg als in Nepal. We voeren langs veel half ingestorte huisjes en zagen een paar waterleguanen in het water.
Na de boottocht liepen we een klein rondje door de stad, maar het was heet en er was weinig te zien behalve een markt waar de ratten rondliepen en de vleeswaren vol vliegen zaten. Daarom maar genieten van koffie en wifi tot het avondeten, waarna we met de tuktuk naar het station gingen. Want ’s avonds namen we de nachttrein naar de volgende stop: Chiang Mai!