The days in the Capital

2 maart 2014 - Canberra, Australië

Canberra is een rare stad. Een ‘town’ gebombardeerd tot de hoofdstad van Australië, omdat Melbourne en Sydney het niet eens konden worden wie de hoofdstad mocht zijn. Het is eigenlijk een stad te groot voor het aantal mensen dat er woont: er wonen niet zoveel mensen, maar er zijn ontzettend veel overheids- en zakencentra en het lijkt wel of er een avondklok ingaat rond 20:00, want dan is er geen hond meer op straat te bekennen. Veertig procent met de mensen in Canberra werkt voor de overheid, kwamen we achter, dus het is echt een Capital in hart en nieren. Maar dat is ook het enige wat Canberra is: geen sfeer verder, niks. Het winkelcentrum is best oké en er zijn een hoop schattige cafeetjes met lekkere koffie, maar daar houd het hart van Canberra ook wel bij op.

We kwamen rond een uur of 23:00 op het station aan en namen de bus naar het YHA-hostel, het enige betaalbare hostel in heel Canberra. Samen met nog één backpacker waren we de enige in de bus (en de enige op straat) en kregen daarom een soort audiotour van onze buschauffeur die informatie gaf over de gebouwen waar we langsreden.

De volgende ochtend ging om 7:15 mijn wekker, voor mijn Mongoolse visumavontuur. Met de bus moest ik naar het Canberra Hospital, wat zo’n 40 minuten duurde. Vanaf het Hospital had ik een kaart van GoogleMaps geprint waar ik heen moest lopen en na wat gehannes wist ik waar ik was en waar ik heen moest. Het kostte me zo’n 25 minuten de ambassade te vinden en toen ik er eindelijk was (groot chique gebouw in een wijk met allerlei andere grote en stille ambassades) begon ik me afte vragen of ik geen afspraak had moeten maken.
Het bordje ‘Closed’ negerend belde ik aan en werd er open gedaan door een medewerker. Paspoort, visa-aanvraag en een onofficiële reisbeschrijving afgestaan en dat was allemaal prima. Maar dan het betalen. Ik was ervan uit gegaan dat ik gewoon kon betalen met creditcard, cash of pin, maar nee, je had een ‘money order’ nodig: een soort cheque die je kon krijgen door op een postkantoor het geld in te ruilen voor een stukje papier dat je aan de ambassade kon geven. Maar waar kon ik vredesnaam een money order vandaan halen?
Terug naar het Hospital en daar wees een vriendelijke oude vrijwilligster me de weg naar een mini-winkelcentrum met een supermarkt, café en postkantoor. Weer een halfuur flink doorstappen, maar het slaagde allemaal. Terug naar de ambassade, waar de visumman verbaasd was dat ik het hele eind naar het postkantoor had gelopen (wat 2,5km bleek te zijn). misschien was het ‘meant to be’ dat mijn kekke laarsjes waren gesneuveld in Sydney, waardoor ik noodgedwongen mijn hippe teva’s had moeten aantrekken onder mijn jeans, die natuurlijk een stuk beter lopen.

Merel had intussen ontbeten met een Brits kamergenootje, Amanda, en met z’n drieën gingen we naar het (gratis) Australian Museum, met een hoop voorwerpen en informatie over de geschiedenis van Australië. Het was een eindje lopen vanaf het hostel, maar het was een leuke wandeling door een soort park langs het ‘manmade lake’ dat in het centrum van Canberra ligt.
Na koffie met cake en sandwiches in het museumcafé namen we de bus terug en sjokten we het winkelcentrum nog even door, voor (in mijn geval) een nieuwe shorts (mijn oude H&M-shorts was overleden) en een kettinkje. De dag afgesloten met gratis wifi in het winkelcentrum en supermarktpannenkoeken die naar plastic smaakten. ’s Avonds pimpte ik mijn grijze trui van Leconfield met één van de zakken uit mijn H&M-shorts en hadden we gezellige gesprekken met onze kamergenootjes uit Engeland, Duitsland en Kroatië.

De volgende dag ging de wekker weer om 7:15, omdat ik mijn visum moest ophalen. Met de bus naar het Hospital en in één vloeiende beweging door naar de ambassade. Naar kreeg ik zonder probleem mijn paspoort met een prachtig visum erin terug en kon ik weer terug. Spullen uit het hostel opgehaald en hup in de bus naar het station.
Merel gaat terug naar Sydney om de laatste dagen voor ze naar Nieuw-Zeeland vliegt in de wijk Newtown te verblijven. Ik neem in Sydney de regionale trein naar de Blue Mountains, waar Maud vol smart (en katers) op me zit te wachten.

Foto’s

3 Reacties

  1. Ina:
    2 maart 2014
    Een mooie oefenjng in geduld, doorzettingsvermogen en 'omgaan met ambtelijke molens'. Maar je hebt een mooie stempel gekregen, dus je bent geslaagd!
  2. Willem:
    2 maart 2014
    Nou je weet al aardig de weg te vinden; goed dat je visum nu in orde is. Krijg zo nu en dan iets mee van Bordercops oid over de australische grenspolitie; verbaasd me dat er nog iemand dat land inkomt. Krijgen we snel nieuwe fotoos???
  3. Ben:
    3 maart 2014
    Vanuit het slaperige vaderland volg ik met veel plezier jouw verrichtingen in den vreemde. Ook veel plezier straks in Mongolie (maar drink niet teveel yak melk).