The days in the Extreme City

2 april 2014 - Queenstown, Nieuw-Zeeland

Op naar de stad der extreme sporten: hoofdstad van de bungeejump, duurste skydive van heel NZ, paragliden, hanggliding, canyoning, raften, canyonswing, noem het maar op en je kunt het in Queenstown doen.
Verder is het een schattig plaatsje met leuke kledingwinkels (ook belangrijk), souvenirshops en talloze restaurants, koffiebarretjes en nachtelijke cafeetjes. De beroemdste plaats om te eten is de Fergburger, waar ze volgens sommige mensen de lekkerste burgers allertijden verkopen (voor een redelijke prijs), met altijd lange rijen voor de poort.
We verlieten Wanaka om 10:15, met een nieuwe bus en een nieuwe chauffeur, Spoon, die zo jong was dat we eerst niet doorhadden dat hij de chauffeur was. We hadden een tussenstop bij de steen die één van de breedtelijnen aangaf waardoor we nu dichter bij de Zuidpool zitten dan bij de evenaar. Daarna gingen we door naar de allereerste bungeejumpplek ter wereld, vanaf een brug recht op een rivier af. Onder het genot van gratis hotdogs keken we hoe een paar mensen de tijd van hun leven hadden tijdens hun bungee (waardoor ook onze chauffeur).
Daarna reden we, via een oud mijnwerkersplaatje, naar Queenstown, waar we rond 14:00 aankwamen. Naar het hostel, spullen droppen en de rest van de middag besteed aan eten, boodschappen doen, cadeau voor Maud kopen, wandelschoenen voor Annette en sieraden voor mezelf. ’s Avonds taco’s gegeten in Loco (de bar van het hostel) en als toetje een McFlurry bij de Mac (of op z’n Australisch: bij Maccers). Daarna nog wat pool gespeeld met Shawn en Jakob, om vervolgens een wilde avond te beleven in Loco.

Het op tijd naar bed gaan mislukte een beetje door de combinatie van goedkope alcohol en gratis internet, maar de wekker ging de volgende dag alweer vroeg. We hadden op die dag namelijk een  trip naar Milford Sound hadden gepland: een prachtig natuurgebied op zo’n 4u rijden van Queenstown vandaan.  We hadden een tourbus inclusief cruise geboekt, die de hele dag onderweg was. Om 7:30 moesten we klaar staan op een hoek vijf minuten van het hostel vandaan en waren vervolgens getuige van een spectaculaire zonsopgang in alle geuren en kleuren tussen de zwarte bergen door. Vervolgens reden we in 6u via de dode toeristenplaats Te Anau (waar niks te beleven valt behalve een paar koffiebarretjes en een hoop souvenirwinkels en tourbussen) en een paar mooie scenic stops bij o.a. een meer, regenwoud, kreekje en vallei naar Milford Sound. Die weg staat in de top van mooiste scenic roads ter wereld en dat is ook wel te begrijpen: zo veel afwisseling tussen regenwoud, meren, bergen en de typische Nieuw-Zeelandse gele grasvlakte! Het weer was prima (blauwe lucht is zeldzaam in Milford Sounds, aangezien het 200 dagen per jaar regent); de wolken hingen een beetje laag, maar dat gaf het geheel een mooi mysterieus tintje.
De cruise over het water tussen de manshoge rotsen, bergen en watervallen door nam zo’n 2u in beslag. Onderweg minderden we vaart voor een paar watervallen en een groep jonge zeehonden en aan het einde van de Sound bleven we wel een kwartier stilliggen, omdat de boot voor ons daar een walvis had gezien. Erg zeldzaam, omdat die normaal gesproken alleen in de winter daar voorkomen. Wij zagen hem ook een paar keer: z’n ruggetje en staart die uit het water tevoorschijn kwamen. Het was of een baby of een kleine walvissoort, want hij leek nog het meeste op een stevige bruine dolfijn.
Terug de bus in voor de  kortere terugrit, omdat we alleen maar in Te Anau stopten voor een plaspauze. Toen we om 20:00 weer terugkwamen in Queenstown, was het alweer donker.
Diner met een Fergburger (die moesten we natuurlijk proeven), die best wel lekker waren. Om 24:00 ’s nachts was Maud natuurlijk jarig, dus gingen we met z’n vieren (wij met Annette en Melanie) rond een uur of elf richting een bar waar een soort open podium aan te gang was (Annette en Melanie hadden drie muzikanten ontmoet die dag, die hen hadden uitgenodigd). We bleven niet lang, omdat Maud (die nog steeds niet helemaal hersteld was van haar kater van de afgelopen avond) graag goed en lang wilde slapen voor de drukke dag morgen. Wel wisten we één van de muzikanten te overtuigen om het podium te betreden en een soort reggae versie Happy Birthday te spelen, terwijl ik zong.

Mauds verjaardag begon al vroeg, omdat ze om 8:00 bij de hostelbalie moest zijn om haar Skydive te betalen (de vorige dag had ze niet genoeg geld op haar account staan). Om 9:00 werd ze verwacht bij de winkel van Nzone, waar ze opgehaald zou worden, maar daar kwam het slechte nieuws: de wolken waren te laag en dicht en daardoor te gevaarlijk voor skydiven. Beter om over een uurtje weer terug te komen.
Dus maakten we een wandelingetje door het park van Queenstown, langs het heldere water van de baai. Maar ook om 10:00 waren de wolken nog steeds te dicht, dus beter proberen om 12:00. Maar er was ook nog een andere oplossing: niet hier in Queenstown, maar naar Wanaka (waar het zonnig was). Maud besloot dat als het om 12:00 nog steeds te bewolkt was, naar Wanaka te gaan. Dat zou natuurlijk meer tijd in beslag nemen, maar iets is beter dan niets.
De twee uur die we nu vrij hadden besteden we aan het nemen van de gondola naar de top van de heuvel die uitkeek over Queenstown en waar ook een heleboel activiteiten te doen waren, zoals paragliding, bungeejumpen, wandelroutes, uitzichtpunten, een restaurant en de ‘Luge’: een soort real life Mario kart, waarbij je in een soort kleine karretje naar beneden racet en met een skilift weer omhoog gaat. Dat levert natuurlijk een hoop melige lol op, vooral omdat ik zo langzaam ging dat ik vast kwam te zitten in de bocht en werd ingehaald door iedereen.
Daarna geluncht en Nzone gebeld, maar het was nog steeds te bewolkt, dus besloot Maud voor Wanaka te gaan. We gingen met de gondola weer naar beneden en terwijl Maud bezig was met het overboeken van haar skydive, bereidde ik me mentaal voor op mijn eigen ‘extreme’ activiteit: paragliding. Ik was echt als de dood om te gaan skydiven, dus besloot ik om iets te doen dat ook met vliegen te maken had, maar wat meer relax.
Maud zou om 13:30 worden opgepikt om naar Wanaka te gaan, maar mijn pick-up was 13:15, dus ik kon helaas niet met haar mee.
Ik werd opgehaald door een shuttlebusje waarmee we in zo’n 20 minuten naar een heuvel op een paar kilometer afstand van Queenstown reden. Het uitzicht was fantastisch en mijn pilot een grapjas (‘Is dit je eerste keer? De mijne ook.’). In het harnas en hij vertelde me dat ik (zodra de parachute aan ons vastzat) moest lopen en daarna zo hard moest rennen tot er geen grond meer was.
Dus dat deed ik – en toen vlogen we. Het was het raarste en gaafste gevoel dat ik ooit heb gehad: je vloog gewoon! We vlogen over de berg naar beneden, met onder ons de dennenbomen en tegenover ons het dal en andere bergen. Het gekste was dat de heuveltoppen van de wat lagere bergen dan die waar wij vanaf gesprongen waren, gewoon op dezelfde hoogte waren en je ze bijna aan kon raken. We probeerden wat acrobatiek (de parachute in scherpe bochten naar links en rechts bewegen en in rondjes), maar dat stelde mijn maag niet op prijs. Maar voor de rest kon ik niet stoppen met lachen en amazed om me heen kijken.
Terug op de grond, wilde ik eigenlijk meteen de lucht weer in, maar dat kon natuurlijk niet. Ik kreeg mijn foto’s en filmpjes op een SD-kaart en werd weer teruggebracht naar de plek waar ik was opgehaald. Nog vol enthousiasme en blijdschap liep ik naar het hostel, met het plan om mijn foto’s op m’n laptop te zetten, maar toen kwam ik opeens Maud tegen.
Ik verbaasd, want ze zouden nog helemaal niet terug zijn (pas rond een uur of vijf). Toen legde Maud me diep teleurgesteld uit dat ze bijna waren vertrokken richting Wanaka en toen nog gebeld hadden met de skydivemensen daar om te vragen of het verstandig was om te springen met haar verkoudheid en haar ‘zieke oor’ (ofwel, het gat in haar trommelvlies). En ze zeiden dat ze het maar beter niet kon doen, omdat er een kans zou bestaan dat haar oor zou poppen en dat ze doof zou worden.
Maud was natuurlijk heel erg teleurgesteld en boekte haar skydive om naar het paragliden dat ik ook had gedaan. Annette besloot om het ook te gaan doen en er was nog genoeg plek in het busje om mij ook mee te laten rijden. Gelukkig was Maud ook ontzettend enthousiast na het paragliden, dus was het al met al toch wel een geslaagde middag.
Terug naar het hostel, voor een middagdutje, foto’s en video’s van de paraglide bekijken en ons vervolgens mooi maken voor een speciale avond, die begon met een diner van Fergburger (tja, Maud mocht kiezen). Daarna vermaakten we ons een tijdje op de kamer van de Canadees Andrew, samen met zijn Engelse kamergenoten en wat andere Duitsers, Amerikanen en een Fransman die ook jarig was. We kregen bericht dat Jakob en Shawn beneden waren, dus verhuisden we naar Loco waar we ons tot 1:00 vermaakten met goedkope alcohol, harde muziek, een hoop Hollanders en onze geliefde Strayfamily. Toen ik terugkwam van de wc waren Maud en Shawn al naar een andere bar en was de helft van onze vrienden al naar bed, dus besloot ik om ook maar te gaan slapen en kreeg al vrij snel gezelschap van een dronken Melanie. Terwijl voor Maud, Shawn en de rest nog een heftige avond vol dansen en drank (en katers) in het verschiet lag.

De volgende dag vertrok een groot gedeelte van het hostel in twee verschillende bussen verder: één bus naar het zuiden (richting Milford Sound) en één naar het oosten (richting Mt Cook). Wij gingen naar Mt Cook, maar Annette, Melanie en Jeroen en veel andere vrienden gingen naar Milford Sound. Jakob bleef in Queenstown om een baan te zoeken – en Shawn zou woensdag terug gaan naar Canada.
Dus was het tijd om afscheid te nemen van onze Strayfamily… Maar gelukkig bestaat er nog zoiets als facebook.

1 Reactie

  1. Ina:
    1 april 2014
    Wat een sportieve reis is dit opeens geworden! En het is nog lang niet afgelopen...