The days at the sea(ls)

22 maart 2014 - Picton, Nieuw-Zeeland

Op naar het volgende avontuur: Nieuw-Zeeland! Deel 2 van de reis. Wij dachten dat 35 dagen ruim voldoende was om alles goed te kunnen bekijken en om te ‘wwoofen’ (vrijwilligerswerk op ecologische boerderijen)… Nou, nee dus. Het blijkt eigenlijk het absolute minimum te zijn om beide eilanden te kunnen bekijken. Maar we gaan het proberen: onze eigen ‘roadtrip’ met de bus.

Ons avontuur begon in Christchurch. Na een lange vlucht van Hobart naar Melbourne (waar we een broodje aten en Sherlock keken) en van Melbourne naar Christchurch kwamen we om middernacht aan. Gelukkig hadden we een hostel weten te boeken, waar we met een redelijk goedkoop shuttlebusje heen werden gebracht.
Alle dormrooms waren bezet, dus hadden we een kamer met z’n tweeën (en één bed, supergezellig), maar omdat we de kosten konden delen viel het wel mee. Misschien wel beter omdat we om twee uur ’s nachts eindelijk in het hostel aankwamen en natuurlijk niet zonder geluid naar bed gingen.
Laat opgestaan en een laat ontbijtje van bagels met honing en creamcheese in een schattig alternatief cafeetje vlakbij. Daarna was het tijd om Christchurch te verkennen. Van Duco (van Leconfield) hadden we al gehoord dat het een nogal vreemde stad was: veel kantoorgebouwen en woonwijken waren ingestort door twee aardbevingen van een paar jaar geleden en die zijn ze nog steeds bezig te herstellen. Resultaat is dus dat de halve stad leeg staat en er overal hekken staan met bordjes met ‘danger’ met daarachter leegstaande, vervallen huizen, kerken en kantoorgebouwen.
Het centrum is leuk opgebouwd met kledingwinkels en cafeetjes in gekleurde containers, maar dat is één straat er verder is het weer een bouwval.
Met de bus gingen we naar een groter, overdekt winkelcentrum een eindje van het centrum af, waar we een nieuwe simkaart kochten, wat kleren en een broodje. Terug in het centrum besteedden we de rest van de dag aan internetten om ons wwoof te regelen, een hostel voor onze volgende stop Kaikoura en de bus naar Kaikoura toe. En het zal natuurlijk geen leuk Maud-Lucinda-avontuur zijn als dat in één keer zou lukken… In Nederland hadden we namelijk een handige buspas gekocht van Stray travel: een hop on hop off tourbus dat ons langst de interessantste plekjes brengt. Klinkt natuurlijk ideaal, maar het nadeel is wel dat we vastzitten aan de stops van de bus (en geen dingen kunnen overslaan – wel verlengen, maar zoveel tijd hebben we niet) en natuurlijk dat de bus vol kan zitten. Tja, en dat laatste was dus het probleem… Plan B: een andere bus boeken. Gelukkig zijn er wat andere busmaatschappijen in Nieuw-Zeeland en we vonden een bus bij Naked Travel, die om de onmogelijke tijd van 7:00 vertrok.
Dat betekende dus vroeg naar bed (wat niet lukte, omdat we nog moesten koken en een gezellig gesprek hadden met een Duitser en een Canadese) en om 5:30 op. Tas pakken, de sleutel in de office gooien en op naar de bushalte. De ongetwijfelde prachtige tour naar Kaikoura ging aan ons (en de rest van de buspassagiers) voorbij, omdat we onze korte slaap met een paar uur probeerden te verlengen.

Aangekomen in Kaikoura dropten we onze spullen in het hostel en gingen op zoek naar een cafeetje voor een lunch. De hoofdman van het hostel had ons een mooie wandeling langs de kust en een zeehondkolonie aangeraden, dus gingen we na de lunch daarheen. Onderweg stopten we nog bij het oudste huis in Kaikoura (Fyffe House), dat gebouwd werd door de neef van de eerste Europese inwoner van Kaikoura. Nu omgetoverd tot een klein museumpje, met informatie over de geschiedenis van het huis, walvisvaren, filmpjes over Maori-mythen, oude inrichting van de slaapkamers, opgravingsspullen en oude walvisbotten.
Daarna was het tijd voor de mooie wandeling over graslangs langs de kliffen met een prachtig uitzicht op de zeehondkolonie en een weggetje naar beneden om de zeehonden (bijna) te kunnen aaien. We werden wel bijna weggeblazen door de wind, maar het was het waard. Na een paar uur lopen kwamen we weer bij het hostel.
Diner van goedkope fish&chips en daarna geïnternet om onze planning een beetje duidelijk te krijgen, een hostel in Picton te boeken en Sherlock en domme youtubefilmpjes te kijken.

Vol goede hoop stonden we de volgende morgen op, pakten onze spullen en gingen naar de bushalte. De Stray bus was opnieuw vol, maar we hoopten dat twee mensen niet waren komen opdagen, zodat ze plek voor ons zouden hebben. Anders zouden we opnieuw een ticket voor Naked Bus moeten kopen, die een uur later zou vertrekken.
Hij had dan wel een halfuur vertraging, maar gelukkig had de Stray bus nog net twee plaatsen vrij. In een overvolle bus vol met Nederlanders, Scandinaviërs, Duitsers en Amerikanen reden we in drie uur tijd naar Picton. Onderweg was er tijd om uit te stappen, foto’s te maken, snacks te kopen, een korte wandeling te maken naar een waterval en een zeehondkolonie te spotten.
Om 12:30 werden we gedropt bij ons hostel, een schattige ‘lodge’ met gratis wifi en chocoladepudding een eindje van het centrum af. Niet dat Picton zo groot is, dus dat scheelt.
We pakten onze spullen en kochten een broodje (en een lekker stukje taart) in een ‘Nederlandse bakkerij’: of eigenlijk waren de eigenaars (die er natuurlijk niet waren) Nederlands en verkochten ze er naast broodjes en taart ook gevulde koeken, Zeeuwse bolussen, boterkoek en appelflappen. Daarna naar het infocentrum voor wat informatie over de omgeving en de route voor een leuke wandeling. In Picton is namelijk ook weer niet zoveel te beleven: het is voornamelijk het beginpunt van alle ferry’s naar het Noordereiland en cruises door het prachtige merengebied dat Queen Charlotte Sound heet. Natuurlijk allemaal duur en vroeg, dus wij namen een mooie, 3u durende wandeling (op onze gympen, want we waren onze wandelschoenen vergeten aan te doen) naar een uitkijkpunt over Queen Charlotte Sound, wat erg aan een landschap uit Lord of the Rings deed denken (zoals alles in NZ).
Terug naar de stad en boodschappen doen voor ons fantastische avondeten; rijst met citroenkip. Opgeluxd met kruiden uit de hostelkeuken. En ’s avonds gratis chocoladepudding/-cake, Sherlock kijken en verder met onze wwoof-zoektocht.

Morgen gaan we, via Nelson, naar Marahau in het Abel Tasman National Park. De mooie kustplaatsjes hebben we dan voor even gehad: de nationale parken met de spectaculaire views en scenery komen eraan! 

4 Reacties

  1. Ina:
    21 maart 2014
    Jullie doen het goed dames: voor elk probleem een passende (duurdere, dat dan weer wel) oplossing. Zo kom je nog eens ergens! XXX
  2. Annes en Piet:
    22 maart 2014
    Hallo Lucy, wij, ouders van Joppe en dat is de vriend van Marthe en dat is de zus van Maud
  3. Otto:
    22 maart 2014
    Mooi reisverhaal nog steeds. Met highs en lows, die maken het interessant. De fotoos van de Tasman coastal trail vond ik ook geweldig.
    Otto Singelenberg
    (oom van Maud)
  4. Bibi:
    23 maart 2014
    Klinkt echt super! miss youuu x